Aanspraak en raad

14 duidelijk is, maar zoek je uit de vrucht te verzegelen of je de Christus Gods kent als de Middelaar Gods en der mensen, niet alleen met je verstand, maar bij bevinding, als het Pad en de Weg om tot de Vader te gaan, teneinde je pleitgrond daar alleen op te vinden, zonder enige deugd of gerechtigheid van je zelf. Is dat zo, dan geen nood, dan heb je het onbedrieglijke kenteken van de gerechtvaardigden, want dit is zeker, de Heere zal Zich nooit aan een verworpeling openbaren. Gods Woord als richtsnoer En dan, mijn lieve kinderen, pleegkinderen en kleinkinderen, wie je ook zijn mag, na mijn dood, laat Gods Woord altijd je richt- snoer zijn en blijven, wijk daarvan niet af, in wat weg of nood je ook mocht komen. Hoe dierbaar, zoet en nuttig de boeken die ik je wens na te laten of die je nog mag krijgen, je ook zijn mogen, stel ze nooit bij of boven Gods Woord en ook nooit je eigen of een ander zijn bevin- ding. Och, bid dat de Heere je daarvoor beware! Schuw dit als het grootste kwaad, want o, welke bittere gevolgen heeft dat al in de wereld gebracht. Zet je hart er zelfs niet voor open, want hoe vaak is het de satan toegelaten geweest om een zaak, of zo men meende een belofte, of aanwijzing van een weg of zaak die wij meenden dat nog gebeuren moest, te hebben óf voor een ander óf voor onszelf. Mijn kinderen, laat die verborgen din- gen voor de Heere en zoeken jullie met geheel je hart de geopen- baarde dingen uit Gods onfeilbaar Woord. Hoor mijn raad, en word wijs. O, hoe menigmaal heb ik hier treurige gevolgen van gezien en helaas ook ondervonden. Waak en bid dan tegen zulke dingen, die je tot zulke verschrikkelijke dwalingen kunnen leiden, zoek nooit de dingen van de toekomst te weten en dring niet in zaken die je te diep en te wonderlijk zijn. Daalt er soms iets in je