De enige Schuilplaats

14 - 1 - Een indringende vraag Hij dan zeide: Zou Mijn aangezicht moeten medegaan om u gerust te stellen? Toen zeide hij tot Hem: Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons vanhier niet optrekken. exodus 33:14, 15 DE HEERE wil niet verder trekken met Israël. Het volk heeft het verbond van God verbroken en gedanst omhet gouden kalf. In heilige verontwaardiging heeft Mozes de twee stenen tafels van de wet in stukken gegooid. Wat een vreselijke ondankbaarheid van Israël na alles wat de Heere voor hen gedaan had! Godmoet van dat volk zeggen: ‘Veertig jaar heb Ik verdriet gehad van dit geslacht.’ De Heere zegt dat nu de maat vol is en dat Hij afscheid neemt van Israël. Mozes moet zelf maar verder trekken met het volk. God zal een engel meesturen, maar Hij gaat Zelf niet mee. Als Mozes deze verschrikkelijke boodschap aan het volk brengt, komt er grote verslagenheid onder de mensen. Men legt de versierselen af en draagt leed. Dan zien we Mozes de tent der samenkomst binnengaan om voorbede te doen voor het volk Israël. De wolkkolom daalt neer en staat bij de ingang van de tent. In de tent vindt nu een aangrijpende gebedsworsteling plaats. Mozes worstelt in het gebed omhet volk Israël en zijn gebed eindigt met deze woorden: ‘Heere, zie aan dat deze natie Uw volk is.’Met andere woorden: Heere, geef dit volk niet over. Het is toch Uw volk dat naar Uw Naam genoemd is. Gij zijt toch de God van het verbond. Wat zult U dan doen met Uw vastgemaakt verbond? De worstelende en pleitende Mozes is hier een type van de Heere Jezus Chris- tus. Christus staat tussen een heilige God en schuldige zondaren. Hij is de grote Voorbidder bij Zijn Vader en pleit op grond van Zijn verdiensten. Hem hoort de Vader altijd. En wat is het wonder? De Heere laat Zich verbidden.Want als Mozes uitgewor-

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==