Verloren en gevonden

11 Ten geleide I N Lukas 15 staan drie gelijkenissen over het verlorene. Men zou met evenveel recht kunnen dat het gaat om drie gelijkenissen over het gevondene: het gevonden schaap, de gevonden penning en de gevonden zoon. Rutherford behandelt de gelijkenis van de verloren zoon. Het is het rijke getuigenis van een dwalende, maar terugkerende zoon, en van een liefhebbende, zich ontfermende vader. In de zeven preken over dit onderwerp staat Christus centraal. Rutherford legt uit dat met de vader in de gelijkenis Christus wordt bedoeld. In de verklaring vergeestelijkt hij niet, maar verwijst aldoor naar de Schrift. Daardoor krijgt het geheel een grote zeggingskracht. De laatste preek draagt als opschrift: De verloren zoon. Daar gaat het over de bewogenheid van de vader met de toornige en weerbarstige oudste zoon, die het huis waar het feestmaal wordt gehouden, niet wil binnengaan. Christus’ mededogen gaat ook uit naar degenen die zich afwijzend opstellen, door hen liefdevol te nodigen binnen te gaan. Hier is iets te be- speuren van het woord in Lukas 14 vers 23: ...dwing hen in te komen, opdat mijn huis vol worde. De preken werden vermoedelijk omstreeks 1640 gehouden en werden tijdens de diensten door iemand in kortschrift ge- noteerd. Ze bleven lange tijd in de vorm van een handschrift bewaard. Pas in 1885 werden ze in Londen gedrukt. Naar

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==