De stem vanbinnen

16 Het ruime hemelrond Vertelt, met blijden mond, Gods eer en heerlijkheid; De held’re lucht en ’t zwerk Verkondigen Zijn werk, En prijzen Zijn beleid. JezouditGodsalgemeneopenbaringkunnennoemen. Iedereen kanduswetendatereenGodisDieleeftendewereldonderhoudt. Maar die kennis heeft God ook bijzonder gelegd in het hart van ieder mens. In dat hart heeft Hij het werk der wet ingeschreven. Onze kanttekeningen zeggen: een deel van de inhoud van Gods wet. Het volk Israël heeft dat heel uitgebreidmogen vernemen, nietalleenopdetweestenentafelen,maarindeheleceremoniële eredienst. Je zoumogen zeggen dat de heidenen de kern van de Tien Geboden hebben meegekregen in hun hart. Aan de hand van deze ingeschrevenwet oordeelt het geweten. Paulus noemt dat geweten eenmedegetuige, die de gedachten en daden van eenmens veroordeelt of goedkeurt. Aan de hand van deze wet en het geweten kan een mens dus leven naar de wil van God en zal hij aan de hand hiervan geoordeeld worden. De diepewerkelijkheid is echter dat demens naar diewet ende stem van het geweten niet wil leven. Integendeel, hij verwerpt die wet en is ongehoorzaam aan het oordeel van het geweten. HieroverheeftPaulusuitvoeriggeschreveninhoofdstuk1.Daar heeft hij het bovenstaande samengevat met deze zin: ‘Want God heeft het hun geopenbaard.’ Hiermee bedoelt de apostel namelijk dat ze Hem kunnen kennen uit de natuur en uit de ingeschapen Godskennis in relatie met het geweten.