Geloofsgetuigenis van Salomo de Jood

17 met Geervliet enmet Arnoldus de Sterke juist ontstaan is naar aanlei- ding van de bovenvermelde gebeurtenis. Er bestaat namelijk een oude overlevering over de wijze waarop Comrie met De Sterke in contact zou zijn gekomen, die is vastgelegd door dr. Abraham Kuyper. Deze schreef in 1882 drie artikelen over Comrie in The Catholic Prysbyterian , een maandblad dat in Londen verscheen. Een jaar later verscheen de inhoud van deze artikelen in Nederlandse vertaling in het weekblad De Heraut . Voor de samenstelling van deze artikelen was Kuyper op zoek gegaan naar bronnen. Om aanvullende gegevens over het leven van Comrie te verkrijgen, had hij in De Standaard van 5 september 1881 een oproep geplaatst. Hij kreeg diverse reacties, en de informa- tie verwerkte hij tot een (sterk geromantiseerd) lopend verhaal. Dr. Honig nam de inhoud over in zijn proefschrift over Comrie, maar plaatste wel forse kanttekeningen bij het waarheidsgehalte. Diverse details bleken niet te kloppen. 16 Toch concludeerde ook Honig dat de kern van het verhaal op waarheid berust. Dat wordt nog waarschijnlijker, wanneer we het stadje Geervliet bij deze overlevering betrekken. Honig was onbekend met het feit dat Arnoldus de Sterke banden hadmet Geervliet, waar enkele pachtboe- ren zijn boerderijen bewoonden. Dr. Kuyper liet zijn verhaal, volgens de verkregen informatie van onder anderen inwoners uitWoubrugge, in Woubrugge plaatsvinden. Dr. Honig sprak later echter andere inwoners van Woubrugge die vertelden dat de gebeurtenissen uit dit verhaal niet in Woubrugge, maar in de omgeving van Rotterdam De oproep van dr. A. Kuyper in De Standaard van 5 september 1881.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==