Wilhelmus à Brakel

13 - 1 - Een biddende vader W ILHELMUSÀBRAKELvertelde vanzijnvader dat die gewoon was hem, toen hij in Leeuwarden op de Latijnse school zat en iedere zaterdag thuiskwam, ’s maandags tot een zekere afstand buiten het dorp Beers, waar zijn vader toen predikant was, bracht. Zijn vader bleef daar dan staan, men kan wel nagaan wat hij in zijn binnenkamer deed, namelijk de Heere voor zijn zoon bidden, en keek hem na zo lang hij kon. Dat maakte dat zijn zoon ook vaak al biddende zijn weg naar Leeuwarden vervolgde. (...) Hij [Wilhelmus à Brakel] verhaalde hoe zijn moeder hemmeermalen gezegd had dat ze zo aanhoudend en gedurig in het gebed voor hem worstelde, dat ze als het ware zichzelf vergat. Dikwijls had ze hem gezegd: O, wat zult gij te verantwoorden hebben, als je God niet vreest!’ 2 Dit citaat is afkomstig van Abraham Hellenbroek. Deze predikant hield in 1711 de rouwpreek naar aanleiding van het overlijden van zijn ambtsbroederWilhelmus à Brakel. Tot 1711waren beiden predikant van de grote gemeente Rotterdam geweest. Ze kenden elkaar goed en waren eensgeestes. Het citaat laat iets zien van het gezin waarin Wilhelmus à Brakel is opgegroeid. Het is van belang om te weten in wat voor gezin hij werd opgevoed. Wie waren zijn ouders? Hoe waren zijn jeugdjaren? In dit hoofdstuk besteden we aan die vragen aandacht. 3 2. Abraham Hellenbroek, Algemeene Rouw-klagt, 15-16. 3. Over Theodorus à Brakel, zie het literatuuroverzicht, vooral het werk van T. Brienen, A. de Reuver, A. Ros, B.W. Steenbeek over hem. Ook aan de twee preken naar aanleiding van het overlijden van Wilhelmus à Brakel die gehouden zijn door Abraham Hellenbroek en Daniël le Roy, is informatie over Theodorus à Brakel ontleend.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==