Geschiedenis van een scheuring

geschiedenis van een scheuring 11 Woord vooraf In het voorjaar van 2014 verscheenmijn proefschrift Vernieuwing en verwarring. Het beschreef de geschiedenis van de Gereformeerde Gemeenten van 1946-1950. Velen drongen erop aan om een vervolg op deze studie te schrijven. Ik heb mij aan dat vriendelijke verzoek niet willen onttrekken, temeer daar veel documentatie reeds was bijeengebracht. Het te onderzoeken terrein werd afgebakend door de Synode van 1950 enerzijds ende herdenking vanhet vijftigjarig bestaan vande gemeenten in 1957 anderzijds. Van een exacte begrenzing kon uiteraard geen sprake zijn. Als een ontwikkeling zich even voor 1957 aftekende en in de jaren daarna steeds meer zichtbaar werd, is die ook in kaart gebracht. De overgrote meerderheid van alle lijnen in deze periode loopt naar het trieste schisma van 1953 of heeft die ingrij- pende breuk als vertrekpunt.Daaromluidt de titel van deze studie Geschiedenis van een scheuring en de ondertitel De Gereformeerde Gemeenten 1950-1957. Bij het schrijven van deze studie heb ik veel steun ontvangen van kerkenraden en besturen van verschillende organisaties, die op verzoek hun archieven voor onderzoekbeschikbaar stelden.Het CuratoriumvandeTheologische School vande Gereformeerde Gemeenten te Rotterdam ben ik zeer erkentelijk voor de geboden mogelijkheid tot het inzien van de notulen van de betreffende periode. Lezers van De Saambinder en DeWachter Sions hebbenmij tot het schrijvengestimuleerddoor het beschikbaar stellen van zeldzame stukken en andere gegevens.De uitgebreide col- lectieboeken,kerkelijkebladenendocumentenoverdeGereformeerdeGemeenten, bijeengebracht in de Bibliotheek van de Theologische School te Rotterdam, stond mij tijdens het onderzoek tendienste. Ikhebdaarvan in rijkemate gebruikkunnen maken door de zeer gewaardeerde dienstverlening van de bibliothecaris, de heer M. Bal. Veel hulp heb ik ook ontvangen van de heer C. Bregman te Hendrik-Ido- Ambacht, die de correctie van dit boek op zich wilde nemen enmij menige andere vriendendienst bewees. Uitgeverij Den Hertog, in de persoon van drs. J. Versloot, heeft met veel toewijding en een gescherpt oog voor het detail de uitgave van deze studie verzorgd. Veel dank ben ik ook verschuldigd aan A. Bel te Vlaardingen, dr. C.R. van den Berg te Zwijndrecht en C. Bregman te Hendrik-Ido-Ambacht die het manuscript van kritisch commentaar hebben voorzien, en suggesties hebben gedaan. Op mijn verzoek hebben enkele personen die behoren tot de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en beschikken over kerkhistorische deskundigheid, de tekst grondig gelezen en becommentarieerd. Ik ben hun daarvoor zeer erkente- lijk. De studie heeft door hun inbreng aan betrouwbaarheid en informatiewaarde gewonnen. Een enkele keer bleek het niet mogelijk bij bepaalde feiten tot een

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==