Geschiedenis van een scheuring

geschiedenis van een scheuring 21 indienden.De docent kreeg opdrachtmet deze bezwaren rekening te houden, zich niet ongunstig uit te laten over de Engelse schrijvers en te proberen met liefde en tact het hart van de studenten te winnen. Op 22 juni 1950 vond er een ontmoeting plaats van het Curatoriummet dr. Steenblok en ds. Vergunst, die eindigde in een verzoening. Op de synodezitting van 29 juni kon worden gerapporteerd dat de meningsverschillen waren opgelost. De kernvraag Drie jaar later– in juni en juli 1953–werdendeGereformeerdeGemeentengetroffen door een ernstig conflict, dat uitmondde in een schisma. In deze studie – Geschiede- nis van een scheuring –wordt een poging gedaan omde kernvraag te beantwoorden: Hoe is het te verklarendat een vrij stabiele denominatie als deGereformeerde Gemeenten in een tijdsbestek van twee maanden door een schisma werd getroffen?Wat zijnde factorendie dat gebeurenbeslissendhebbenbeïnvloed? Eennevenaspect vanhet onderzoekheeft betrekking opdematewaarinna de scheuring herstel en heroriëntatie in de beide denominaties gestalte kregen. Bronnen en methode Het indeze studie gepresenteerde onderzoek berust opdezelfdemethode alsmijn proefschrift. Die kan samenvattend in vijf punten worden weergegeven. 30 1.Primaire bronnenovertreffen steeds inbetekenis eventueel aanwezige secundaire bronnen. 2. Er wordt in overwegende mate gebruikgemaakt van oorspronkelijke stukken. 3.Het onderzoekwordt gedragendoor de intentie omde gevonden feiten zo objec- tief mogelijkweer te geven, al kan eenonderzoeker zichnooit geheel losmaken van zijn eigen vooronderstellingen.Omeen objectiverende benadering te bevorderen, is bewust gekozen voor een tweedeling van elk hoofdstuk: a) de beschrijving van het gevonden en geordende materiaal, waarbij elke weergave al een interpretatie is; b) een afzonderlijke slotparagraaf ‘waardering’, die de weergave biedt van het meer subjectieve oordeel van de schrijver. 4. Af en toe zijn op complementaire wijze inzichten benut van de zogenaamde mentaliteitsgeschiedenis, die aandacht vraagt voor de persoonlijke beleving van ontwikkelingen door tijdgenoten. Deze benaderingswijze onderstreept het belang om met behulp van sporen naast de schriftelijke stukken de historische werkelijkheid nog beter te reconstrueren. In deze studie bestaan die sporen met name uit goedgekeurde, geautoriseerde interviews enmondelingemededelingen. Wanneer slechts éénmondelinge bron ter beschikking stond, behoeft de verkregen informatie uit gesprek of mededeling als zodanig nog geen vastgesteld historisch feit te zijn. Dergelijke gegevens zijn dan alléén vermeld als bijdrage tot een meer totale tekening van de sfeer van het verleden en om zo mogelijk bij te dragen aan

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==