Geschiedenis van een scheuring

20 inleiding dan ook bij zijn eerste verdediging dat hij de besluiten van de classis Barneveld van 1 juni 1948 geheel onderschreef: de beloften zijn alleen voor de uitverkorenen; een onbekeerde kan en mag niet pleiten op de belofte. Na de afronding van zijn verdediging merkte de preses, ds. D.L. Aangeenbrug, op dat er geen predikant is die de aanbieding loochent, maar het stuk der ellende wordt vergeten. L. Rijksen sloot zich later hierbij aan. Kok legde in zijn boekje geen goede grondslag.Aan het einde van de middagzitting las Steenblok een notitie voor. Daarin stelde hij dat de vereenzelviging van aanbieding en belofte gevonden wordt bij de christelijk gereformeerden. De volgende dag – donderdag 12 januari 1950 – ontstond er na de heropening van de Synode een discussie tussen de predikanten Van de Woestijne en Kok. Daarin stelde Kok: ‘Aanbod enbelofte is hetzelfde.’Toende preses hemvroeg diewoorden te herroepen, weigerde Kok dit met een boekje van G.H. Kersten, Het verbond der genade , inzijnhand.Hij antwoordde: ‘Ikwil het bevestigen.’Na enigberaadnamde vergadering het besluit ds. Kok te schorsen voor zes maanden, onder meer omdat hij vasthield aan ‘de vereenzelviging van de belofte met het aanbod der genade’. 28 Aande avond vandie dag – 12 januari 1950 – besloot de kerkenraad vanVeenendaal het kerkverband te verlaten en voort te bestaan als zelfstandige gemeente met ds. R. Kok als predikant. Het blijft zeer te betreuren dat de Synode niet overging tot een nadere onderbou- wing vande schorsing opgrond vanSchrift enbelijdenis.Erwas ook sprake van een ernstige schending van de procedureregels van het kerkrecht, toen de preses Kok het woord weigerde om zijn kernuitspraak over aanbod en belofte toe te lichten. Andere besluiten De Synode hadweinigmoeitemet de behandeling van de zaak Veenendaal-Van de Ketterij.Depreses vattedeontwikkelingenbij de stichtingvaneentweedegemeente samen indewoorden: ‘Godheeft eenkwade zaak goedgekeurd.’De Synode besloot met algemene stemmen om aan Van de Ketterij zijn handelwijze te vergeven. Nadrukkelijk werd vastgesteld dat hiermede geen vrijheid werd verleend om van de Dordtse Kerkorde en van de besluiten der meerdere vergadering af te wijken. De reeds geïnstitueerde tweede gemeente te Veenendaal werd vanaf de dag van instituering wettig opgenomen in het kerkverband. 29 Op de vervolgzitting van 13 april 1950 diende A. Vergunst, de jonge predikant van Zeist die geen afgevaardigde was, een aanklacht in tegen dr. Steenblok. De docent aandeTheologische School zou lerendat de geschriften vande Erskines enBoston ‘met een remonstrantse draad doortrokken zijn’. Hij zou de gedachte uitdragen ‘dat er alleen een aanbod der genade is aan bewuste zondaren en niet aan allen die onder het Woord leven, alzo loochenende het welmenend aanbod der genade’. De Synode besloot de aanklacht te verwijzen naar het Curatorium. Dat kwambinnen een week bijeen, onder meer om de studenten te horen, die een achttal bezwaren

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==