Geschiedenis van een scheuring

16 inleiding zaak van het gehele kerkverband geworden. Na de watersnood van 1953 werd het opleidingsinstituut in augustus 1954 overgeplaatst naar Gouda en kreeg het bestuurlijk een bredere basis. 15 b) Het besluit vandeGenerale Synode van 27mei 1947 omals kerkverbandhet zen- dingswerk opnieuwdaadwerkelijk ter hand te nemen. Erwerd een schets gemaakt van het profiel van een zendingsarbeider, terwijl een helder plan van aanpakwerd gepresenteerdvoordeorganisatie vanhet zendingswerk.Deplannenvondenechter niet of nauwelijks weerklank bij de plaatselijke gemeenten. c) De uitbouw van het Landelijk Verband van Jongelingsverenigingen. Het pre- senteerde zich in alle gemeenten met de uitgave van de brochure De jeugd in nood. Deze brochure werd in februari en maart 1946 in alle gemeenten verspreid. De actiemondde uit inde uitgave van Daniël , een studieblad voor de jongelingsvereni- gingen, dat op 21 juni 1946 voor het eerst verscheen. Het functioneerde vanaf het eerstenummer als contactbladvoor de jongerendie in Indië dienden.Het Landelijk Verband droeg ook zorg voor het regelmatig verzenden van pakjes aan circa 500 militairen met goede lectuur, een pastorale brief en geschenken. d)De instellingdoor deGenerale Synode van 1947 vandeCommissie terbehartiging vanhetwerkonder demilitairen.Deze commissie namhet werk vande geestelijke verzorging van de militairen over van het Landelijk Verband en werd voortaan geassisteerd door jongeren uit deze organisatie. e) De verschijning van de prekenserie Uit den Schat des Woords , die voor een deel steunde opde verzending vanpreken inde geschenkzendingen voor demilitairen in Indonesië. f)Deoprichtingvanhet LandelijkVerbandvanZangverenigingen indecember 1947. g) De oprichting van het Landelijk Verband van Meisjesverenigingen in augustus 1948, gericht op het stimuleren van het werk der barmhartigheid. h) De uitgave van het kinderblad De Kleine Gids inmei 1948.Het betrof een particu- lier initiatief binnendeGereformeerdeGemeenten, uitgegeven op interkerkelijke basis, dat brede waardering oogstte. i) Vanaf de zomer van 1948 waren er aanzetten om te komen tot een Vereniging vanOrganisten vandeGereformeerdeGemeenten (VOGG).De officiële oprichting vond plaats op 29 april 1950. j) De gevolgenvande sociale stijgingbinnendeGereformeerdeGemeentenwerden zichtbaar. Een toenemend aantal jongerenging eenuniversitaire studie volgen.Zij organiseerden in juli 1950 teWapenveldeenzomerkampmet eenvormendkarakter. Dit leidde binnen een jaar tot de oprichting van een interkerkelijke studentenver- eniging Civitas Studiosorum in Fundamento Reformato (CSFR). Het ging steeds om initiatieven, die de uitbouw van het kerkelijke leven of de specifieke vorming van ouderen en jongeren beoogden. Twee verenigingen ston- den aan het einde van de jaren 1946-1950 nog voor de uitbouw van het werk: de

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==