De beslissende keus

elkaar grenzen. Het was voor Achaz enkele honderden kilometers rei- zen. Tijdens deze reis zag hij een altaar dat hij zo indrukwekkend vond, dat hij zei: Laat ik dat altaar kiezen en dan het altaar dat nu in de tempel staat wegdoen. Hij koos precies verkeerd. Deze man koos ervoor om de heilige dienst van God te vermengen met zijn eigen gedachten en eigen idealen. Achaz koos de afgodendienst. Achaz leefde rond 730 jaar voor Christus in Israël. Toch, koning Achaz is niet ver weg. Hij had de neiging om het kwade te kiezen en het goede te verwerpen. Dezelfde neiging leeft ook in ons hart. Koning Achaz leefde in een spannende tijd. Assyrië, waar hij dat afgods- altaar vandaan gehaald had, was in die tijd een wereldmacht. Er ging zo’n dreiging vanuit, dat het straks misschien wel landen zou willen veroveren. Dat is ook gebeurd, want uiteindelijk heeft Assyrië ook het Tienstammenrijk ingenomen en veel mensen daaruit gedeporteerd. Je begrijpt dat Assyrië een volk was om bang van te zijn. Ninevé hoorde bij deze opkomende wereldmacht. Je weet, Jona wilde er niet naartoe. Waarom niet? Omdat dit een grote vijand van het volk Israël dreigde te worden. Hij dacht: straks komt Assyrië en dan loopt het ons zo onder de voet. Dat was de actualiteit waar koning Achaz mee te maken had. En de spanning was nog groter. Niet alleen Assyrië, maar ook Syrië werd steeds machtiger. Dit land noemen wij nog steeds Syrië. Vergeleken bij Assyrië lag het meer naar het westen, richting de Middellandse Zee. Syrië zou wel eens een tegenspeler van Assyrië kunnen worden. Het had Rezin als koning. Nu dacht het Tienstammenrijk: dit is onze kans. Wij moeten proberen een bondgenootschap sluiten met Syrië, dan kunnen we het gevaar van Assyrië mogelijk tegenstaan. Dat voornemen had de collega van Achaz in het Tienstammenrijk: Pekah. Achaz regeerde in Juda en Pekah regeerde in Samaria. Pekah zei tegen Achaz: Doe nu met mij mee. Laten we het nu van Syrië verwachten, dan kunnen we Assyrië tegenstaan. Koning Achaz stond dus in dit aanbod voor een keus. Hij moest kiezen. Maar dat was nu juist zijn zwakte: Achaz kon niet kiezen. Het staat in Jesaja 7 vers 2. Toen de Syriërs naar Efraïm kwamen ‘... zo bewoog zich zijn hart en het hart zijns volks, gelijk de bomen des wouds bewogen 10