De beslissende keus

voor Christus. De man zou een bondgenootschap moeten maken, maar hij durfde niet. Toen ontving de profeet Jesaja de opdracht om naar deze aarzelende koning toe te gaan. Jesaja moest hem gaan zeggen dat hij als koning niet zo gespannen hoefde te zijn. Hij mocht deze man zelfs een bood- schap van troost gaan brengen. Bijzonder om te lezen hoe dat in zijn werk is gegaan. Jesaja moest Achaz tegemoet gaan bij de bovenste waterpartij. Mogelijk was daar een fontein of een vijver, misschien wel een aquaduct. Dat was in de richting van het veld van de voller, de plaats waar het wasgoed dat gewassen is te bleken werd gelegd. Het was waar- schijnlijk een groot grasveld dat goed in de zon lag en waar de mensen hun wasgoed te drogen legden. Daar, waar dus die hogere waterpartij was, kwam de koning. En daar moest Jesaja naartoe gaan. Misschien was de koning er wel om de toestand van het water te controleren. Mocht er werkelijk een belegering komen door Pekah en Rezin, dan moest het water in Jeruzalem in ieder geval veilig zijn om te drinken. Een jongetje als voorbeeld Jesaja moest zijn zoon meenemen (vers 3). Dit jongetje, Schear- Jaschub, mocht mee aan de hand van zijn vader, terwijl Jesaja de koning ging ontmoeten. Zie je het voor je? De koning is dus daar bij dat water en inspecteert mogelijk de kanalen. En dan komt de profeet met dat jongetje aan zijn hand, en zegt: ‘Zekerlijk, eer dit knechtje weet te ver- werpen het kwade en te verkiezen het goede ...’ Hij gaat kiezen als een teken. Dus die grote koning, wiens hart zo beeft, krijgt een jongetje als voorbeeld. Dit kind zal straks kiezen tussen goed en kwaad. Wat zal dat koning Achaz hebben aangesproken! Want de koning kon helemaal niet kiezen. Hij zat op allerlei manieren in de strik, die de vorst der duisternis hem gespannen had. We zien hier dus dat de Heere iemand van de oudere generatie loslaat en een jongere naar voren haalt en tot een voorbeeld stelt. Daar zijn meerdere voorbeelden van. Denk aan Maria, de moeder van de Heere Jezus. Zij was nog maar een jong meisje van zestien à zeventien jaar, maar de engel sprak haar zalig, boven de vrouwen van Israël. 12

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==