Je kindje laten dopen

6 Gods handen Eerst maar een paar cellen groot, een ongevormd klompje, dan al snel de vorm van een mensje. Gods handen hebben je kindje gemaakt. Het was niet per ongeluk, geen samenloop van omstandigheden, geen vergissing. Het kindje moest er zijn en is Gods borduurwerk. Hij plaatste de ruggengraat, vormde het hoofdje, zette de ogen op zijn plaats, de neus en het mondje. Al gauw begonnen de armpjes en beentjes te bewegen. Het is een mensje, door God geschapen en bewust op de wereld gezet. Het is ons kindje niet, maar allereerst een mensje van God. Dat kleine jongetje of meisje is van God. We mogen onze kinderen een poosje opvoeden. God vertrouwt ze ons toe met een verantwoordelijke opdracht om ze voor Hem op te voeden. Voor Hem, omdat Hij ze gemaakt heeft. Laten we die gedachte levend houden. Voedt de gedachte dat onze kinderen door God gemaakt zijn.Herhaal de gedachte voor jezelf, repeteer het de week voor de Doop. Wees er ook later mee bezig. Je kunt met deze kinderen niet doen wat je maar wilt. Bij alles vragen we ons af hoe de Heere het wil. Ouders hebben de taak om dit kind de weg te wijzen, om het met Gods geboden op

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==