Jozef - volgen in Gods weg

13 genoemd voor Jakob. Zo’n jongen wordt natuurlijk voorgetrok- ken, wordt verwend. Hij hoeft geen vuile handen temaken en niet al te veel te doen. Hij kan een beetje rondstappen in zijn mooie kleren en als een hoogmoedige klikspaan zijn vader vertellen wat die oudere broers uithalen. Van dat beeld klopt niets. Om te zien wie Jozef is, moeten we eerst naar zijn vader kijken. In vers 2 staat: ‘Dit zijn Jakobs geschiede- nissen.’ In het eerste bijbelboek is dit een uitdrukking die nogal eens voorkomt: ‘de geboorten van’ of ‘de geschiedenissen van’ of ‘het geslacht van’. Zo is het boek Genesis ingedeeld. Terecht is het daarom wel genoemd: ‘het boek der geboorten’. Dat begint al bij Adam in Genesis 5 en het gaat door tot Jakob hier in Genesis 37. In die geschiedenissen van Jakob, waarin Jozef een belangrijke rol speelt, is dit het eerste wat we goed moeten onthouden: Jakob met zijn nageslacht woont in ‘het land der vreemdelingschappen’, net als zijn vaders. Jakob is dus nog geen stap verder gekomen dan Abraham en Izak. Hij en zijn nakomelingen zijn nog steeds vreemdelingen in een vreemd land. Nou ja, ze hebben dan die rots die Abraham voor veel geld gekocht had, de spelonk van Mach- pela, waar zij hun overledenen konden begraven. Maar dat is dan ook alles. Zij leiden een zwerversbestaan en wonen in tenten. En wat van Jakob geldt, geldt ook van Jozef. Hij is heel gewoon her- der, ingedeeld bij de zonen van Jakobs bijvrouwen. Hij hoort bij dat soort mensen waarvoor de beschaafde Egyptenaren de neus ophaalden en die ze liever niet in de buurt hadden. Het gezin van Jakob zal daar voorlopig ook niet bovenuit groeien. Straks emi- greren ze naar Egypte en daar zullen ze nog vierhonderd jaar als vreemdeling verblijven, zelfs voor een groot deel van de tijd als slaven, buiten het beloofde land. Dat is het milieu waaruit Jozef afkomstig is. Vergelijk dat eens met de situatie van Ezau, Jakobs tweeling- broer, en zijn nageslacht. Het is kennelijk de bedoeling van de

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==