Jozef - volgen in Gods weg

12 geeft aan haar zoon, op wie ze ook zolang heeft moeten wachten: Samuël. Dat betekent: God hoort! Rachel noemt haar kind ‘Jozef’. Dat betekent zoveel als: nog eentje alstublieft! Moeder Rachel is nooit tevreden met wat God geeft en doet. Dat blijkt ook als ze voor de tweede keer moeder wordt. In het kraambed dat haar sterfbed wordt, noemt ze haar kind ‘Benoni’, dat betekent: zoon van mijn ellende. Gelukkig voor het kind dat zijn vader hem een andere naam geeft: ‘Benjamin’, zoon van mijn rechterhand, zoon van heil. Jozef was toen nog een kind, maar het moet een diepe indruk op hem gemaakt hebben. Wat een zegen dat Jozef niet op zijn moeder lijkt. Trouwens, we kunnen ook niet zeggen dat Jozef een ‘aardje naar zijn vaartje’ had. Hoogstens kunnen we zeggen dat Jozef op zijn vader leek, zoals deze in Pniël de belijdenis had geleerd: ‘Ik zal U niet laten gaan, tenzij dat Gij mij zegent’ (Genesis 32:26). Bij die Jakob, die van de Heere de nieuwe naam ‘Israël’ had gekre- gen, groeit Jozef als puber op. Wil de Heilige Geest ons daarop wij- zen, als de bijbelschrijver in vers 3 Jozefs vader met die nieuwe naam aanduidt? De naam Israël valt des te meer op, omdat we in vers 1 en 2 de naam ‘Jakob’ tegenkomen. Jozef is zeventien jaar als we hem in Genesis 37 tegenkomen. Hij moet dan ongeveer elf jaar in Kanaän hebben gewoond. Het is niet onbelangrijk dat we dat weten. De Heilige Schrift vindt het kennelijk belangrijk om Jozef in het raam van zijn tijd te plaatsen. Dat is nodig om de fantasieën te beteugelen die rond Jozef wor- den gemaakt. Misschien hebben wij ook wel zo’n beeld van Jozef meegekregen. Hij zou de zoon zijn van een herdersvorst, die in weelde leefde. Je hoeft alleen maar naar zijn kleren te kijken: de beroemde veel- kleurige rok die hij van zijn vader gekregen had en waarmee hij zijn broers de ogen uitstak. Hij wordt een zoon van de ouderdom

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==