Jozef - volgen in Gods weg

21 Begrijp jij het handelen van God nog niet? Zie je het nog niet? Doe dan als Jakob in vers 11. Hij bewaarde de zaak en de woor- den. Bewaar zo dat andere woord, dat Jezus Christus in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken. Overleg die woorden, keer op keer, totdat de Heilige Geest je ogen opent. Dan laat Hij zien: God maakt elk ding goed op Zijn tijd. Gespreksvragen 1. Herken jij misschien de situatie van een gezin waarin het ene kind wordt voorgetrokken en het andere achtergesteld? Wat doet dat met een kind? 2. Moeder Rachel was nooit tevreden. Van Paulus lezen we in Filippenzen 4:11: ‘Ik heb geleerd vergenoegd te zijn in hetgeen ik ben.’ Blijkbaar moet je dat leren. Hoe en van wie? Is dat een gemakkelijke les? 3. ‘Dromen zijn bedrog.’ In de oude tijd sprak de Heere ook door dromen. Waarom nu niet meer? Of doet Hij dat soms nog; in wat voor situaties dan? Kun je voorbeelden geven? 4. Wanneer en aan wie moet je het kwaad van een ander doorgeven? Hoe en waar mag dat in ieder geval niet? 5. Jakob bewaarde deze zaak (vers 11). Iets dergelijks lezen we ook van Maria, de moeder van Jezus (Lukas 2:19). Wat houdt dat in? Ken jij dat ook: het bewaren van woorden of zaken? Waarom doe je dat? Heeft dat ‘bewa- ren’ met geloof te maken?

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==