Jozef - volgen in Gods weg

17 Genesis 35: Ruben die een van de vrouwen van zijn vader ver- kracht; Genesis 37: de broers die Jozef willen vermoorden; Genesis 38: Juda, ja Juda, die een puur werelds leven leidt. Er is over dit stel dus wel wat te zeggen! Maar het valt op dat dat niet de reden is waarom de broers zo’n hekel aan Jozef hebben. En weet je wat me in dit verband ook opvalt? Dat Jozefs vader met zijn nieuwe naam wordt genoemd, als er staat dat hij Jozef liefheeft. De man die in Pniël van genade heeft leren leven, her- kent in Jozef een geestelijk kind. Jozef heeft al heel jong iets bij- zonders. Dat blijkt al spoedig in het huis van Potifar. Hij heeft een geweldige afkeer van het kwade, een hartgrondige hekel aan wat niet goed is in de ogen van God. Dat is geen klikken, geen verra- den. Hier is een jongen die het kwade niet kan verdragen omdat hij weet dat zonde de zondaar naar het verderf voert en God ont- eert. Het is bewogenheid met het zielenheil van de naaste en met de eer van God, die hem doet spreken. En vader Jakob voelt dat aan: deze zoon is een ware Israëliet. Hij herkent in Jozef iets van wat we later lezen van de gemeente van Efeze (Openbaring 2:1-7). Efeze wordt door Christus geprezen omdat ze de zonde haat en de kwaden niet kan verdragen. Dan smul je niet van de zonde van een ander. Je dekt die niet toe en gaat er ook niet schouderop- halend aan voorbij. Dan voel je pijn en verdriet: jongens, dit kan en dit mag niet. Het gaat om jouw ziel en zaligheid en om de eer van God. Je draagt Zijn Naam als kind van het verbond. Dan kun je als jongere niet meedoen, maar je bent ook geen werkeloze toe- schouwer. Je spreekt erover met die ander en met God, en als het moet ook met ouders en kerkenraad. Hier is niet het verwende jongetje dat een klikspaan is. Hier is iets van Christus Die zonde zonde noemt, ontmaskert en ontdekt, om in die weg te brengen tot breken met de zonde en tot bekering.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==