Van hart tot hart

12 niet goed begrijpt, is reactie nodig. Zender en ontvanger moeten bei- den boodschappen sturen. Uit de reactie van de ander kan de zender opmaken hoe de ander zijn boodschap heeft opgevat. Door de aan- dacht voor de inbreng van de ontvanger wordt communicatie tot een interactieproces. In het bovenstaand procesmodel van Frank R. Oomkes 2 gaat een bood- schap van A naar B, en een reactie van B naar A. Als twee mensen met elkaar praten, vindt er een doorlopende uitwisseling van boodschap- pen plaats, ook als ze om beurten spreken. A kijkt onder het spreken naar B, om aan de gezichtsuitdrukking, gebaren en houding te zien hoe zijn woorden overkomen. A hoort ook zichzelf en ervaart wellicht ook iets van zijn eigen lichaamstaal, zo kan hij al doende bijsturen. Boven- dien reageert A wellicht op iets wat B daarvoor heeft gezegd. Het sta- tische plaatje met een ‘zender’ en ‘ontvanger’ ontkent iets essentieels: communicatie is een proces. Het is een voortdurende kringloop van actie en reactie. De reactie noemt Oomkes ‘ feedback’. Elders in dit boek komt feedback als middel van terugkoppeling nog aan de orde. ◀◀ ◀◀ A B ◀ ◀ ◀ ◀ ◀ ◀ ◀ ◀ bestaande kennis en ervaring, normen, vooroordelen, zicht op de situatie en relatie met B, ideeën, gevoelens, enz. bestaande kennis en ervaring, normen, vooroordelen, zicht op de situatie en relatie met A, ideeën, gevoelens, enz. vertalen: ZENDER ONTVANGER keuze en ruis vertalen: ZENDER ONTVANGER keuze en ruis KANALEN: • zien • horen • aanraken • ruiken • proeven en kanaalruis Boodschappen: enz. figuur1. Een procesmodel van communicatie 2. Frank R. Oomkes, Communicatieleer , hoofdstuk 1: Communicatie. SITUATIE: waar, welke cultuur, wanneer met wie, welke omstanders? BOODSCHAPPEN: met en zonder woorden, bewust en onbewust

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==