Vorstelijke eenvoud

12 De bibliotheek isMaria Louise’s lievelingsplek.Vaakmaakt ze het zich daar gemakkelijk in haar eigen hoekje tussen de rijen boeken. Geen wonder. Moeder heeft hen als kinderen hier altijd voorgelezen, met hen gezongen en de liefde tot het lezen van vooral stichtelijke boeken proberen bij te brengen. Zelf bewaart ze goede herinneringen aan die uurtjes. Ze denkt terug aan de dag waarop ze belijdenis van het geloof aflegde in deMartinskirche van Kassel. Vijftien jaar oud was ze nog maar. Toch wilde ze het doen van die stap niet langer uitstellen. Haar hele hart en leven wilde ze aan de Heere wijden. Tot nu toe kabbelde haar jonge leven genoeglijk voort als een stille stroom. En nu? Met tegenstrijdige gevoelens loopt ze het vertrouwde vertrek binnen, waar haar ouders haar al opwachten. Vader Karel, een forse vijftiger, is een persoonlijkheid die weet wat hij wil. Zijn ogen zijn tegelijk vriendelijk en vastberaden. Hij weet dat hij gewaardeerd wordt als landgraaf van Kassel en omstreken. Sinds enkele jaren is hij bezig een door hembedacht kolos- saal standbeeld van Hercules, dat hoog boven Kassel uittorent, verder te laten verfraaien met een ingenieus fonteinenstelsel. Ja, iedereenweet wie landgraaf Karel vanHessen is.Ook inNederland is hij bekend door het verhuren van zijn legers. En moeder? Zij heeft een volg- zaamen tegelijk standvastig karakter.Maria Louisewil graag op haar lijken. Vader Karel kijkt zijn dochter onderzoekend aan en trekt plagend aan een haarlok. ‘Waar zit je met je gedachten? We hebben iets belangrijks met je te bespreken, lieve dochter. Heb je een vermoeden?’ Maria Louise frunnikt aan haar kanten kraagje. ‘Ik denk dat ik het weet. Hebt u een huwelijkskandidaat op het oog voor mij?’ ‘Goed geraden. Wat kijk je bezwaard?’ Maria Louise zucht. ‘Ik blijf zo graag gewoon hier bij u in Kassel wonen. Een stil en gerust leven, mag je daarnaar verlangen? Nu u ouder wordt, moeder, kan ik u toch helpen op allerlei gebied? Vooral nu u baden moet nemen voor uw gezondheid kan ik uw taken verlichten. Ik ben bezig om een boek aan te leggen van de kruiden in onze kruidentuin. En ik heb uittreksels gemaakt van boeken die ik gelezen heb. Er is altijd genoeg te doen voor mij.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==