Vorstelijke eenvoud

11 - e e n - Dochter van een landgraaf 1 7 0 7 M ARIA, zou je na de maaltijd om zeven uur in de bibliotheek willen komen? Vader en ik hebben iets belangrijks met je te bespreken.’ Moeder Maria Amalia kijkt haar dochter vriendelijk aan. Maar de speciale trek om haar mond verraadt het gewicht van de mededeling. Maria Louise knikt. Haar gedachten gaan verder. Iets belangrijks? Ze kan wel raden wat dat zal zijn: huwelijksonderhandelingen! Moeder heeft al vaker een visje uitgegooid om erachter te komen of zij zelf misschien al iemand op het oog zou hebben. Nee, nee en nog eens nee! Veel liever zou ze thuis blijven wonen. Hier, in de omgeving van Kassel is het vertrouwd, hier is ze opgegroeid. Ze houdt er van om stil haar weg te gaan, zonder de drukte van het bruisende leven. Drie van haar broers hebben er middenin gestaan. Binnen enkele jaren zijn ze na elkaar gestorven. Ze dienden in het Staatse leger van de Republiek. Maria Louise denkt nog vaak aan hun stoere ver- halen over alle gevaren die ze trotseerden. Tot ook zij slachtoffer werden van de oorlog. Moeder is nog niet over het verdriet heen. ‘Toe Maria, neem nog wat Hollandse aardappelen. Ze smaken heerlijk!’ Moeder knikt haar toe vanaf de overkant van de tafel. LangzaampriktMaria Louise een aardappel aan haar vork. ‘Is dat een nieuwe groente, mama?’ ‘De kok wilde het eens proberen. Er wordt nog wat argwanend naar gekeken. De knol komt uit Zuid-Amerika en groeit onder de grond. Monniken zijn in hun kloostertuinen aan het experimenteren.’ ‘Ziet er lekker uit.’ Als vanzelf steekt Maria Louise een stukje aardappel in haar mond. Maar haar gedachten lopen vooruit naar het gesprek straks in de bibliotheek.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==