Effatha!

- 15 - gen om te spreken? Wie bepaalt welk mens in staat is te spreken, te horen of te zien? Wie heeft de stomme of dove of ziende of blinde gemaakt? Het antwoord geeft God Zelf: ‘Ben Ik het niet, de Heere? De grote Schepper heeft de mens geformeerd. Hij schiep de mond, het oor en het oog. Mozes wijst op zijn beperking en zwakheid, maar de Heere wijst hem op Zijn Goddelijke almacht. Hij geeft elk mens zijn gaven. Het spraakvermogen, maar ook andere kwali- teiten, zoals het gezicht en het gehoor. Door de klinkerrijm van de vier Hebreeuwse woorden (‘stomme of dove’ en ‘ziende of blinde’) heeft ons tekstvers bijna de klank van een gedicht. Wie anders dan God heeft de stomme of dove, of ziende of blinde gemaakt? Matthew Henry verklaart: ‘De volkomen- heid van onze vermogens is Zijn werk. Hij maakt ziende. Hij formeert het oog. Hij opent het verstand. Maar ook de onvolkomenheid ervan is van Hem; Hij maakt de stomme en dove en blinde. Is er enig kwaad van dien aard en heeft de Heere het niet gedaan? Ongetwijfeld heeft Hij het gedaan, steeds in Zijn wijsheid en rechtvaardigheid en ter Zijner verheerlijking.’ Wat kunnen er een raadsels en strijd zijn bij doofheid of blindheid. Wat een vragen: Waarom? Hier klinkt een ant- woord op de vraag: Wie heeft dit gemaakt? ‘Ben Ik het niet, de Heere?’ De Heere wijst Mozes en ons erop dat Hij de Maker is van de mond, van het oor en van het oog. Zo heeft Christus ook geantwoord op de vraag van Zijn discipelen over zondigen en lichaamsgebreken. Twee keer een ‘maar’! Bij de blindgeborene: ‘Maar dit is geschied, opdat de werken Gods in hem zouden geopenbaard wor- den’ (Johannes 9:3). En bij de opwekking van Lazarus: 1 - de maker van het oor en de roeping

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==