Vader zijn

11 Korter of langer geleden stond umet uwvrouw in Gods huis voor Zijn heilig aangezicht. Bewogen hoorde u de inhouds- volle woorden vanuit het formulier aan: ‘Bekent gij hier voor God en Zijn heilige gemeente, dat gij genomen hebt en neemt, tot uwwettige huisvrouw N., hier tegenwoordig; haar belovende, dat gij haar nimmermeer zult verlaten, dat gij haar zult liefhebben...’ Uw antwoord was duidelijk: ‘Ja...’ U hebt dat in die ogenblikken van harte gemeend. Na die prachtige dag volgde het dagelijkse leven. Samen zag je uit naar de kroon op het huwelijk: de kinderzegen. Wat een ogenblik als je vrouw je in je oor fluistert dat er nieuw leven mag verwacht worden! Je leven staat letterlijk op z’n kop: ik mag vader worden! Straks zal een kind ons toevertrouwd worden. Een zegen en een opdracht. God wil ons een pand toevertrouwen, maar... kan ik het in de vreze Gods opvoeden?Hoe zal datmoeten?Wat verwacht deHeere van mij als vader? Hij weet dat ik een mens ben die geneigd is tot alle kwaad! Wat gaat er een appèl op mij uit als vader om niet langer onbekeerd voort te leven. De Heere legt dat pand in mijn handen opdat ik het aan Hem zou teruggeven. In dat eeu- wigheidsperspectief dient onze opvoeding te staan. Ik ben Zijn hand in de begeleiding naar de volwassenheid! Ben ik

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==