Een aandachtige leerling van de Heere Jezus

14 waarheid geestelijk leven is; om Gods kinderen smaak te doen krijgen in zulke alleenspraken; om hen te brengen tot de verborgen omgang met God en tot de beschouwing van God, zoals Hij Zich openbaart in het aangezicht van de Heere Jezus Christus. Ook achtte ik ze dienstig voor degenen die, genegen tot mediteren, afdwalen van het Woord en verdwalen in natuurlijke beschouwingen over God zonder Christus. Het doel ervan is deze mensen op een goede wijze te leren mediteren en hun daarin leiding te geven. Daarom besloot ik deze meditaties ten eerste door de druk algemeen te maken en het drukken van mijn werk, de Redelijke Godsdienst , die toen opnieuw en vermeerderd ter perse ging, zolang uit te stellen. Indien iemand hier of daar iets mocht opmerken wat hem in stijl of spelling minder juist schijnt, die wete dat deze overdenkingen niet eerst opnieuwgelezen en daarna in het net overgeschreven zijn, maar dat het zo is als het al mediterend uit de pen gevloeid is. Er waren geen kladblaadjes of bijvoegingen in het handschrift te vinden. Zij heeft in het geheel geen gedachten of bedoelingen gehad het te laten drukken. Niemand mag de woorden in het begin van het werk, ‘door de Heere Jezus Zelf geleerd, zonder hulp van mensen’, verdacht houden als een uiting van geestdrijverij. Want zij verstaat daaronder de alleenspraak, de intieme omgang van de ziel, en de verborgen onderhandelingen met de Heere Jezus; en dat geheel los van het zien, het horen en het samenspreken met mensen. Als iemand tegen de geestdrijverij was, dan was zij het! Het Woord Gods was haar enige regel en haar dagelijks voedsel. De Kerk was haar vermaak en de dienst van getrouwe leraren in de openbare eredienst werd door haar hoog geacht. Dat toont dit geschrift genoegzaam aan. Deze meditaties zijn in het begin van het jaar 1673 inHarlingen geschre- ven. De verschillende onderdelen hangen met elkaar samen, en worden van elkaar onderscheiden door de gewone tekens waarmee een scheiding wordt aangegeven. Ik heb van de verschillende onderdelen hoofdstukken gemaakt, maar verder is er niets van mij bij. Dat deed ik niet omdat de behandelde stof dat vereiste, maar omdat een te lang aaneengeschakelde en geheel onafgebroken overdenking van geestelijke onderwerpen niet zo aangenaam is voor de lezer. Deze wenst immers wel eens een rustpauze. Een nieuw hoofdstuk wekt immers wel eens nieuwe leeslust.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==