Strijdt om in te gaan

9 Aan de lezer Goedgunstige lezer, God heeft het mij - naar ik hoop - in het hart gegeven om op een andere tijd aan u te schrijven over dingen die van het grootste belang zijn. Wij spreken nu immers niet over dingenwaarover onenigheidbestaat onder degenendieGod vrezen, maar heel direct over het zaligen of veroordelen van de ziel. Ja, deze verhandeling gaat meer nog over de weinigen die behouden zullen worden, en zij bewijst dat velen met een verheven belijdenis te laat zullen komen als het over het eeuwige leven gaat. Daarom moet de zaak noodzakelijkerwijs scherp zijn, en zullen sommigen er een afkeer van hebben. Laat deze zaak echter niet door u ver- worpen worden. De tekst vraagt om scherpte, en dat doen de tijden ook, ja, de getrouwe vervulling van mijn plicht ten opzichte van u heeft mij ertoe gebracht. Ik speel nu niet op de fluit, maar ik treur, en het zal goed zijn voor u als u door Gods genade kunt klagen (Matth. 11:17). Men zegt wel dat sommigen de poort van de hemel te wijd maken, en dat anderen die te nauwmaken.Wat mij aangaat: ik heb u hier door het Woord van God de ware maatstaf zo goed als ik kan voorgesteld. Lees mij daarom, ja, lees mij en vergelijk mij met de Bijbel. En als u ontdekt dat mijn leer met die van het Boek van God overeenstemt, aanvaard die dan, als u in de oordeelsdag het tegendeel niet

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==