De Evangelische heiligmaking

15 dit zult bereiken. Opdat u hetgeen ik hier onderneem niet als onmogelijk zult verwerpen, moet u erop letten dat het meeste wat ik beloof, niet méér is dan een aanvaardbaar volbrengen van de plichten van deWet, waarin onze genadige en barmhartige God zeker behagen zal scheppen. Hij zal Zich erin verheugen, zolang wij in de staat van onze onvolmaaktheid in deze wereld verkeren. Het zal eindigen in de volkomenheid der heiligheid en in heel het geluk in de wereld die komt. Voordat ik verder ga, moet u in gedachten eens even bij de grote waardij en uitnemendheid van de plichten der wet stilstaan, opdat u ernaar zult streven die, als uw doel, te volbrengen. Het moge gebeuren vanuit een hoge achting. Dan komt de ontdekking van de middelen, zoals die volgt, in een liefelijke lichtglans te staan.De belangrijkste plichten vanhet ‘God lief te hebben boven alles’, en van de onderlinge liefde omZijnentwil, waaruit alle andere plichten voortvloeien, zijn zó uitnemend, dat ik me voor de heilige engelen in hun heerlijke sferen geen edeler werk kan voorstellen. Het zijn de voornaamste werken waartoe wij voor het eerst gestalte kregen naar het beeld Gods, dat bij de eerste schepping in de mens werd gegraveerd. Dat schone beeld wordt in ons vernieuwd in onze herschepping en heiligmaking door Jezus Christus. Dat is het beeld dat in onze heerlijkmaking vervolmaakt zal worden.Het zijn geen werken die louter van de soevereiniteit van de wil Gods afhangen, het zijn geen werken die geboden of verboden worden. Het zijn geen werken die er niet toe doen of naar Zijn believen veranderd of tenietgedaan worden zoals andere werken die tot de rechterlijke of ceremoniële wet behoren, of tot de middelen der zaligheid, zoals voorgeschreven door het Evangelie. Nee, ze zijn naar hun eigen wezen heilig, rechtvaardig en goed (Rom. 7:12). Voor ons zijn ze geschikt, opdat wij ze vanuit onze natuurlijke betrekking tot onze Schepper en onze medeschepselen zullen volbrengen. Ze hangen onopgeefbaar af van de heiligheid vanGods wil, en zij kunnen niet anders dan daardoor tot stand gebracht worden. Het zijn werken die voldoende zijn om degenen die ze volbrengen heilig temaken in de gehelewijze van hunwandel, en wel door de vruchten die zij voortbrengen, ook als geen andere plichten ooit bevolenwaren.Daardoor ligt het betrachten van alle andere plichten vast zodra die bevolen zijn. Zonder deze werken kunnen we ons geen heiligheid