De Evangelische heiligmaking

23 afhouwen of het rechteroog uitrukken. En dat terwijl zij zouden merken dat de wegen der wijsheid - als ze die zouden kennen - wegen der lieflijkheid zijn, en al haar paden vrede (Spr. 3:17). Dit maakt dat ze de bekering, als iets vreemds, van het ene tijdstip tot het andere uitstellen. Vele anderen richten zichmet een vurige ijver op de praktijk van de heiligheid. Zij lopen heel hard, maar zetten geen stap op de goede weg. Als ze dan mer- ken dat dit telkens tot teleurstelling leidt en ze door hun begeerten worden overwonnen, geven ze het werk ten slotte op en keren terug, omzich opnieuw te wentelen in het slijk. Dat heeft aanleiding gegeven tot het schrijven van verscheidene verhandelingen, om te laten zien hoe ver een verworpene op de weg van de godsdienst kan komen. Vele zwakgelovigen worden erdoor ont- moedigd. Ze beschouwen deze verworpenen als mensen die veel verder zijn gekomen dan zij - en dat terwijl de meesten van hen de goede weg helemaal niet hebben gekend, noch er op een goede manier één schrede op hebben gezet; weinigen zijn er immers die dezelve vinden (Matth. 7:14). Sommigen van deze onwetende ijveraars matten, om hun lusten te doden, hun lichaamop een onmenselijke manier met vasten en andere zelfkastijdin- gen af. Als ze dan zien dat hun lusten hun aldoor te sterk blijven, worden ze wanhopig, en - gedreven door de verschrikkingen van hun geweten - worden ze ertoe gebracht zich op een goddeloze manier van het leven te beroven, tot smaad van de godsdienst. Misschien zal God, als ik de krachtige middelen tot de heiligheid laat zien, ze in die zin zegenen dat sommigen ervan weerhouden worden zichzelf te doden. Een vrucht als deze zoumijnmoeite lonen. Toch hoop ik ook dat God de harten van velen erdoor zal verruimen, ommet grote blijdschap, vreugde en dankzegging in de wegen van Zijn geboden te gaan. 

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==