De Evangelische heiligmaking

21 deze gelovigen niet zozeer aan het onderwijs aangaande de plichten van de wet die ze moesten verrichten, als wel aan de manier waarop, en de middelen waarmee ze die konden doen. Ten zevende.De gewisse kennis van deze krachtige en doeltreffendemiddelen is van het grootste belang; zij is heel nodig voor ons om in het ware geloof gefundeerd te worden, en dwalingen die daar tegenin gaan te vermijden. We kunnen er immers vanuit ons verstand niet aan twijfelen dat de morele plicht van de liefde tot God en onze naaste volstrekt nodig is voor het ware dienen van God; zonder deze is er van onderwerping geen sprake. Vanuit dit beginsel mogen we met stelligheid concluderen dat we niets wat strijdt met de praktijk van deze heilige plicht mogen aanvaarden als een kenmerk van geloof, het geloof dat de allerheiligste God ons heeft overgeleverd. Wij moeten dátgene als werkelijk noodzakelijk, krachtig en doeltreffend geloven en in praktijk brengen wat zijn oorsprong vindt in God, omdat het beeld van Zijn heiligheid en rechtvaardigheid erin staat gegraveerd.Dit is een betrouw- bare test en toetssteen, die degenen die God in oprechtheid dienen, zullen gebruiken om hun geest en hun leer te beproeven, of die al dan niet uit God zijn. Zij kunnenmet rede geen enkele leer als Goddelijk erkennen, als die niet met de godzaligheid overeenkomt (1 Tim. 6:3). Met deze toetssteen bewijst Christus dat Zijn leer ‘van God’ is, en wel omdat Hij daarin de eer van God zoekt (Joh. 7:17, 18). Hij leert ons de valse profeten aan hun vruchten te ken- nen (Matth. 7:15, 16), waarbij we de vruchten waartoe hun leer neigt, in het bijzonder moeten beschouwen. Daaruit blijkt dan, dat zolang wij niet weten wat de krachtdadige middelen van de heiligheid wél zijn en wat niet, wij een noodzakelijke toetssteen van de Goddelijke waarheidmissen, en gemakkelijk misleid kunnen worden door de valse leer. Dan kunnen we ook in pure on- zekerheid worden gebracht omtrent de waarheid van de godsdienst, zoals de ‘seekers’. 1 Als u zich hier vergist, en denkt dat díé middelen doeltreffend zijn die het níét zijn, en de middelen die wél doeltreffend zijn, zwák zijn of een tegengestelde uitwerking hebben, dan zal als u hierin dwaalt uw toetssteen 1. Seekers, ‘zoekers’, een godsdienstige groepering die omstreeks 1620 opkwam. De ‘seekers’ beschouwden alle gevestigde kerken van hun tijd als verdorven, en gaven er de voorkeur aan om te wachten op Gods openbaring.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==