De Evangelische heiligmaking

17 kunnen verwachten dat een poging daartoe zal slagen. Dit is een heel nodige aanbeveling, omdat velen geneigd zijn de les over de middelen (waarover het in deze beschouwing steeds zal gaan) als over- bodig en nutteloos over te slaan. Wanneer ze eenmaal weten wat de aard en de uitnemendheid is van de verplichtingen der wet, denken ze dat er niets ontbreekt dan dat ze die ijverig zullen volbrengen; ze storten zich in het wilde weg direct op de praktijk - maar haastige spoed is zelden goed. Ze zijn er vlug bij om iets te beloven. Exodus 19 vers 8: Al wat de Heere gesproken heeft, zullen wij doen - zonder dat ze neerzitten en de kosten overrekenen. Ze beschouwen de heiligheid als het enige middel tot een doel: het eeuwige behoud; niet als een doel zélf, dat enkele belangrijke middelen vereist om tot een heilige wandel te komen. Als mensen enig besef van de godsdienst beginnen te krijgen, is de vraag van de meesten: Wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwige leven hebbe? (Matth. 19:16). Niet: Hoe zal ik iets goeds kunnen doen? Ja, velen die geacht worden krachtige predikers te zijn, besteden er al hun ijver aan om vurig aan te dringen de wet in directe zin te betrachten, maar de krachtdadige middelen om die te volbrengen, laten ze niet zien. Het is dan alsof de werken der gerechtigheid zijn als een slaafs bezig-zijn, waarvoor helemaal geen bekwaamheid of vernuft nodig is, maar slechts ijver en activiteit. Opdat u door deze veel voorkomende vergissing niet zult struikelen bij de drempel van godsdienstig leven, zal ik proberen u te doen beseffen dat het voor u niet genoeg is het ‘wat’ en ‘waarom’ van uw plicht te weten, maar dat u ook moet leren wat de krachtige en doeltreffende middelen zijn om die plicht te vervullen, vóórdat u zich voorspoedig kunt toeleggen op de directe praktijk. Daartoe zal ik de nu volgende overwegingen aan u voorleggen. Ten eerste. Van nature missen wij allen de kracht en de bekwaamheid om díé heiligheid en rechtvaardigheid op de aanvaardbare manier te volbrengen die de wet vereist. Wij zijn dood in misdaden en zonden, kinderen des toorns, door de zonde van onze eerste voorvader Adam, zoals de Schrift getuigt (Rom. 5:12, 15, 18, Ef. 2:1-3, Rom. 8:7, 8). De leer van de erfzonde, die door de protestanten algemeen wordt beleden, is een hechte basis en grondslag

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==