Voorpublicatie 'Het geheim van mijn moeder'

6 krijgen voordat ... voordat hun iets ergers overkomt. Help hen. Alsjeblieft. Help me om hen te helpen.’ Hoe kan ik dit weigeren? Maar niet in het huis – het is hier niet veilig. ‘De schuur in de tuin. Niemand gaat daar nu heen. In de kelder eronder is ruimte voor hen allemaal, waar jij en Rudy jullie clubhuis hadden toen ik klein was ... toen jullie mij niet binnen lieten.’ Zelfs op dat moment herinnerde ik me nog de belediging van lang geleden. Hij kuste mijn wang. ‘Je bent een engel, Lieselotte! Ik zal hen nu gelijk daarheen brengen. De sleutel ... ik heb de sleutel nodig.’ Ik pakte hem van de haak bij de achterdeur. ‘Ik zal wat boterhammen snijden.’ ‘En stof ... iets waar we een mitella van kunnen maken.’ ‘Ja, ik vind wel iets.’ ‘En jassen en dekens ... alles wat ...’ ‘Ja, ja, ga nou maar. Vader en Rudy kunnen elk moment terugkomen. Ik breng het je wel.’ ‘ Danke schön, Fräulein Sommer . ’ Herr Weiss nammijn handen in de zijne, leek zich toen te realiseren dat dit ongepast was en deed een stap achteruit, terwijl hij tweemaal zijn hoofd boog. ‘Ik kan u op geen enkele manier bedanken.’ ‘Dat is niet nodig, HerrWeiss. Onvoorstelbaar ... ik wist niet dat mensen dit kunnen doen.’ Maar de terughou- dendheid in de ogen van HerrWeiss en de pijn in Lukas’ blik maakten me duidelijk dat ik het wél kon weten. Ze glipten door de deur de nacht in. Terwijl ik brood en kaas uit de kast pakte, herinnerde ik me de kist met wollen dekens op zolder. Ik rende daar eerst heen en

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==