Voorpublicatie 'Het geheim van mijn moeder'
13 ‘Hannah?’ vroegWard Beecham. ‘Gaat het goed met je?’ Goed? ‘Hierin staat dat ik een grootvader heb ... een grootvader van wiens bestaan ik nooit heb geweten. En hij is Duits ... Wolfgang Sommer ... Dat is niet eens de naam op Mama’s huwelijksakte.’ ‘Blijkbaar. Ja, dat klopt allebei.’ ‘Alles wat mijn moeder mij over haar verleden verteld heeft, was een leugen.’ ‘We weten helemaal niets over deze man, behalve dat hij genoeg geld lijkt te hebben om een ticket voor je te betalen.’ ‘Als hij een slechte man was, waarom zou ze dit adres dan voor mij hebben achtergelaten zodat ik hem kon bereiken? Ze heeft me nooit over hem verteld, maar ze heeft deze deur voor mij geopend om erdoor te gaan – na haar dood. Ik begrijp het niet.’ ‘Misschien had ze er spijt van dat ze het je nooit heeft verteld, dat ze je nooit iets over hem heeft laten we- ten.’ Hij aarzelde. ‘Maar ze kan zich ook voor hem geschaamd hebben. Ze had wellicht een goede reden om zijn naam niet te laten vallen of zijn brief te beant- woorden. We weten het niet.’ ‘Tante Lavinia zei dat mensen vreemde dingen gedaan hebben tijdens de oorlog. Ze vermoedt dat Mama misbruik heeft gemaakt van Papa, dat ze hem heeft overgehaald om met haar te trouwen zodat ze weg kon vluchten van iets slechts wat ze gedaan had.’ ‘Dat kan ik moeilijk geloven.’ ‘Is dat zo? Ze heeft mij mijn hele leven doen geloven dat Papa – Joe Sterling – mijn vader was, en dat ze helemaal geen familie had. Dat ze uit Oostenrijk kwam, nota bene.’
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==