Amos

12 zijn, in menigte.’ Blijkbaar was Amos ook een man van de landbouw. Echt iemand die midden in de schepping stond. En dát is in dit bijbelboek te merken! We zullen veel voorbeel- den uit de natuur tegenkomen. De Heere heeft deze man zo vanuit zijn werk geroepen om te profeteren. In Amos 7:14 en 15 verwoordt hij het zelf zo: ‘Toen antwoordde Amos en zeide tot Amazia: Ik was geen profeet, en ik was geen profetenzoon, maar ik was een ossenherder en las wilde vijgen af. Maar de Heere nam mij van achter de kudde, en de Heere zeide tot mij: Ga heen, profeteer tot Mijn volk Israël.’ Met hem zijn in dezelfde tijd Hosea en Jona tot profeten gesteld. Jona moest profeteren tegen Ninevé, de aartsvijand van Israël. Hosea profeteerde ook tegen het Tien- stammenrijk, net als Amos. Het blijft iets bijzonders van dit bijbelboek dat Amos uit Juda geroepen werd om tegen het Tienstammenrijk te gaan pro- feteren. Die spanning is ook te merken in het al genoemde hoofdstuk 7. Amazia, de priester te Bethel bij een van de gou- den kalveren, zegt tegen Amos: ‘Gij ziener, ga weg, vlied in het land van Juda; en eet aldaar brood en profeteer aldaar. Maar te Bethel zult gij voortaan niet meer profeteren; want dat is des konings heiligdom, en dat is het huis des koninkrijks’ (Amos 7:12-13). Amos moet voortdurend Gods gericht over het Tienstam- menrijk met Samaria als hoofdstad prediken. Het dreigende van de komst van Gods gericht horen we ook al in het eerste vers: ‘twee jaren voor de aardbeving’. Die aardbeving heeft ook daadwerkelijk plaatsgevonden in de tijd van Amos. Dat weten we uit Zacharia 14:5: ‘Dan zult gijlieden vlieden door de vallei Mijner bergen (want deze vallei der bergen zal rei- ken tot Azal), en gij zult vlieden gelijk als gij vloodt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, den koning van Juda; dan

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==