Hosea

12 weet zijn tweestammenrijk uit te breiden door de Filistijnen en de Amorieten aan zich te onderwerpen. Koning Jerobeam II heeft een deel van het Syrische rijk, waaronder Damascus, toegevoegd aan het tienstammenrijk. Na de dood van Jerobeam II wordt het in Israël onrustig. In korte tijd zijn er verschillende machtsgrepen onder de konin- gen Zacharia, Sallum, Menahem, Pekahia, Pekah en Hoséa. Wellicht is dat ook de reden dat ze niet worden genoemd in het profetenboek. Onder de laatste koningen wordt de drei- ging vanuit Assyrië steeds groter. Hoséa laat het volk al we- ten dat het in ballingschap zal gaan en weer terug zal keren. Uiteindelijk volgt de wegvoering van het tienstammenrijk in 722 voor Christus. Geestelijk verval De aanvankelijk grote welvaart gaat gepaard met een groot geestelijk verval. Israël dient op grote schaal afgoden, vooral de Baäl. Ook is er veel godsdienst rond de gouden kalveren in Dan en Bethel. Gods heilige wet wordt met voeten getreden. Amos heeft, vóór Hoséa, met grote scherpte de afval aan de kaak gesteld. Alleen door de Heere te zoeken en het recht te herstellen is er redding mogelijk. Naar Amos heeft het volk niet willen horen. Als Hoséa met zijn indringende prediking komt, is er eveneens weinig gehoor. Ga maar eens het oordeel aankondigen als het de mensen voor de wind gaat. En als ze bovendien godsdienstig zijn, zul- len ze eerder in hun gevoelens bevestigd worden dat ze toch wel heel trouwe mensen zijn. Ze redeneren: als we slecht en zondig leefden, zouden we het vast niet zo goed hebben. Kernboodschap Hoséa wijst erop dat Israël Gods oordeel over zich afroept

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==