De verborgenheid van het geloof ontsloten

11 dan die van degenen die in de voorbije eeuwen hebben geleefd. De grote dingen die de Heere in onze dagen heeft verricht, leggen een belangrijker getuigenis af tegen de goddeloosheid, de hardheid en het atheïsme van deze tijd dan de vele dingen in het verleden. Daar komt bij dat de grote mate van het licht van het Evangelie, dat Hij niet minder overvloedig heeft ge- schonken en op een heerlijke manier heeft bewaard voor dit geslacht, méér dan voor al onze voorvaderen, zonder twijfel de zonde is geweest van degenen die hun eigen genade geheel en al verwerpen. Dat maakt deze zonde uitermate zondig, en hun ongeloof zo buitengewoon onverschoonlijk, dat hun schuld noodzakelijkerwijs Chorazin en Bethsaïda, of Sodom en Gomorra zal rechtvaardigen op de dag waarop ieder mens zich voor God heeft te verantwoorden. Het kan niet anders dan dat onder de vele predikende ge- tuigen, die naar wij vrezen jammer genoeg op die dag zullen verschijnen tégen velen die nu in hun genoegens leven, en die bij hun leven dood zijn, de schrijver, die nu in de heerlijkheid is, er één zal zijn van wie het getuigenis heel veroordelend zal zijn, vooral ten opzichte van de ijdele, losbandige, achteloze en tijdverspillende jeugd in deze tijd. Immers, toen hij tot de bediening werd geroepen, was hij nog maar een jongeman van nauwelijks twintig, ver binnen de leeftijd die door de inzet- ting van deze kerk (behalve in geval van meer dan gewone bekwaamheid, die hij inderdaad bezat), wordt verlangd om de hoge en heilige roeping te aanvaarden. Gedurende de tijd van twee jaren daarna - het is de gehele tijd geweest dat de kerk zich in zijn arbeid heeft verheugd - heeft hij hulp ontvangen om de waarheden en de bedreigingen van God op het hart en het geweten van zijn hoorders te drukken. Een van zijn zeergeleerde en godvrezende collega’s, Mr. Durham, die numet

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==