Levend Woord

w Bijbellezen 3 januari Uitleggen Lezen: Handelingen 8:26-35 Daar rijdt een voorname man de stad Jeruzalem uit. Hij is een Moor- man en komt uit Afrika. Hij is daar geweest om de God van Israël te aanbidden. Op de eenzame weg naar Gaza leest hij de Bijbel. Hij leest uit de profeet Jesaja over iemand die lijkt op een schaap dat zonder tegenstribbelen wordt geslacht. Hij begrijpt niet wie de profeet daarmee bedoelt. De Heere weet dat deze man iemand nodig heeft die Zijn Woord uitlegt. Hij stuurt Filippus naar hem toe. Wat is de Heere toch goed voor deze man. Filippus klimt op de wagen van deze voorname man uit Ethiopië. Dan begint Filippus de onbegrijpelijke woorden uit te leggen. Over wie gaan deze woorden? Filippus verkondigt hem Jezus! Jezus is gestorven aan het kruis. Alles staat in de Bijbel. Voor wie is Chris- tus gestorven? Ook voor deze man uit het heidense land. Hij mocht door genade zeggen: ‘Ik geloof dat Jezus Christus de Zone Gods is.’ Heb je ook iemand nodig die Gods Woord uitlegt? Of begrijp je de Bijbel wel? De Moorman leest in de Bijbel. Hij begrijpt niet wat hij leest. De Heere weet dat deze man Zijn Woord niet begrijpt en stuurt Filippus. Dan vraagt hij Filippus om op de wagen te komen en uit te leggen over wie de profeet schrijft. Verlang je ook zó naar zo iemand? Psalm 119:67 Bidden: Vraag of de Heere iemand wil geven om Zijn Woord aan jou uit te leggen. Vraag of de Heere ook het geloof wil geven zoals bij de Moorman.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==