In Uw spoor

9 Woord vooraf In het voorjaar van 2014 mocht ik in mijn geliefde gemeente van Slie- drecht de Zondagen 34 tot en met 44 uit de Heidelbergse Catechismus behandelen. Uitgeverij Den Hertog kwam met de vraag of deze preken bewerkt mochten worden uitgegeven, speciaal met het oog op jongeren. Aan- vankelijk was ik er niet zo voor. Er is over de tien geboden al het nodi- ge verschenen. Toch heb ik er, met het oog op onze jonge mensen, in bewilligd. De titel van het boek is ontleend aan Psalm 17 vers 3 berijmd: ‘Ik zet mijn treden in Uw spoor.’ Het gaat hier om het spoor van de tien woor- den die eens klonken van de Sinaï. God, de grote Wetgever, schreef Zijn wet in stenen tafelen. Wat in steen staat, blijft. Het benadrukt het eeuwigdurend karakter en de blijvende waarde van Gods heilzame geboden. Ik heb niet de gedachte met dit boek iets nieuws op de markt te hebben gebracht. In de voorbereiding heb ik uit alle onder ons bekende bron- nen geput. Wie vertrouwd is met de bronnen, zal dat kunnen vaststel- len. Dit neemt niet weg dat ik hoop dat de inhoud van dit boek tot rijke zegen mag zijn. De Heere geve jongeren én ouderen de genade om te buigen onder de openbaring van Zijn wil. Niet wat wij willen, wat wij denken of wat wij voelen is leidend, maar wat de Heere van ons vraagt. Daarom hoop ik dat het gebod mag leiden tot het gebed, zoals dat zo treffend uitkomt in Psalm 119 vers 4 en 5: ‘Heere, Gij hebt geboden dat men Uw bevelen zeer bewaren zal. Och, dat mijn wegen gericht werden om Uw inzettingen te bewaren!’ Sliedrecht, september 2015 ds. A.T. Huijser

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==