In Uw spoor

25 vertrouwen, in lijdzame onderwerping, in hartelijke liefde, waardoor we de Heere vrezen en eren? Als je dit antwoord op je in laat werken, dan kan het niet anders of je wordt schuldig gesteld. Ook Gods kinde- ren zijn niet zomaar klaar met dit gebod, want dan blijft ook bij hen de schuld over. Durven we het eigenlijk wel aan om van alle schepselen af te gaan? Dur- ven we die te laten varen en op de Heere alleen te vertrouwen en ons lijdzaam aan Hem te onderwerpen? Voel je hoe dat wringt vanbinnen? Overal van afzien, alle mensenhulp en menselijke wijsheid laten voor wat het is. Volkomen en alleen op de Heere hopen. Alle schepen achter je verbranden en je overgeven aan Hem. Je voelt wel, dat roept verzet op. Ja, het kost een heel mens. We willen houvast hebben. Natuurlijk bidden we tot de Heere en natuurlijk vragen we of de Heere ons helpen wil, maar tegelijkertijd hebben we nog een paar andere ijzers in het vuur, zodat we toch nog iets hebben om op terug te vallen. Dat is ons leven. Maar het mag ook weleens anders zijn. Als de Heere bij ogen- blikken leven geeft aan de ziel vanuit de omgang met Hem, dan kan het weleens zijn dat je zegt: ‘Weg wereld, weg schatten, weg wijsheid van artsen of van anderen. Ik heb alles verloren, maar Jezus verkoren, Wiens eigen ik ben. Hij zal dragen, Hij zal redden, van Hem is mijn verwachting.’ Kijk, daar heb je nu het hart van het leven der heiligmaking. Dat houdt bij alle verzoeking tot afgoderij, in welke vorm het zich ook aandient, één verlangen over: O Zoon, maak mij Uw beeld gelijk. Christus en afgoderij Hoe is Christus in aanraking gekomen met afgoderij? Daarvan lees je in Mattheüs 4 vers 1-11, de verzoeking in de woestijn. Satan heeft het erop toegelegd om Christus tot afgoderij te brengen. Eén knieval, één knieval maar, en satan aanbidden, en ik zal U alle koninkrijken van deze aarde geven. Wat heeft Christus toen gezegd? ‘Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan; want er staat geschreven: Den Heere uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen’ (Mattheüs 4:10). De Heere Jezus is staande gebleven in de verzoeking. Hij is staande gebleven, ook toen de pijlen van afgoderij op Zijn reine ziel werden afgeschoten. Waarom?

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==