In Uw spoor

20 Liefde Als we nu proberen de rode draad te ontdekken in al de geboden, dan blijkt dat het woord liefde het kernbegrip, de hartenklop is van Gods gebod. Zoals aangegeven, trekken we eerst de lijn naar boven: God liefhebben boven alles , en vervolgens de lijn naar opzij: de naaste als onszelf . Dat betekent dus dat in dat ene woordje liefde de hoogte, de lengte, de breedte en de diepte van het gebod ligt opgesloten. Daarin zie je weer heel duidelijk dat God het verloste volk in de woes- tijn geen slavendienst, maar een liefdedienst wilde opleggen. Dat gold overigens al van de wet zoals die in de schepping, als een levenswet, in het hart van Adam en Eva was gelegd. God heeft hen echt niet aan Zich willen binden in een slaafse gehoorzaamheid. Hij heeft echt geen knel- lende band om hen heengelegd waar ze uit zijn gesprongen. Nee, God heeft Adam en Eva van meet af aan tot liefdedienst willen brengen. Daarom treft Gods gebod geen enkele blaam als het over onze val gaat. Het was echt niet zo dat de wet te hard en het gebod te streng was. O nee, het was een liefdewet, een liefdegebod. Paulus zegt ervan in Romeinen 7 dat de wet heilig en rechtvaardig en goed is. Gericht op de eer van God, jazeker, dat eerst! Maar dan ook ten volle gericht op het welzijn van de mens. Dat wij het met de wet zo te kwaad hebben, ligt dan ook niet aan de wet, maar aan ons. Door de zonde zijn we in een totaal andere verhouding tot de wet komen te staan. Niet de wet is kwaad, maar wij zijn kwaad! De wet is goed, maar wij zijn slecht! Juist omdat wij in de kern van ons bestaan verdorven zijn en tot alle boos- heid geneigd, ervaren wij de wet als een last in plaats van een lust; als een knellende band in plaats van een leiband. Een leiband waarlangs wij kunnen lopen in het pad van Gods geboden. Laten we maar heel eerlijk zijn: van binnenuit hebben we het niet zo op de wet. De wet hindert ons. En het lijkt alsof de vrijheid, het genieten en het echte leven maar langs één weg te bereiken is, namelijk in het verbréken van de wet. Dan pas kunnen we onszelf ontplooien en leven zoals we eigenlijk graag zouden willen. Maar dat is een ellendige ver- gissing. De wet moet niet verbroken worden, maar wij moeten verbro-