Gebouwd op het fundament

Andreas 3 januari Waar woont Gij? En zij zeiden tot Hem: Rabbi! (hetwelk is te zeggen, overgezet zijnde, Meester) waar woont Gij? johannes 1 : 39b W AAR je woont daar ben je thuis. Daar is liefde en gebor- genheid. Vragen naar waar iemand woont, is vragen om de liefde van zijn huis en de geborgenheid van zijn huis te mogen ervaren. ‘Rabbi, waar woont Gij?’ Mogen wij iets horen van Uw liefde, iets zien van Uw geborgenheid? Hoe branden mijn genegenheên, Om ’s Heeren voorhof in te treên! Herkent u het? Verlang jij ernaar? Daar te zijnwaar Jezus woont?! In de Bijbel lezen we van ‘de wolk der getuigen’. Getuigen die hebben beleden dat zij gasten en vreemdelingen waren op de aarde en de stad zochten die fundamenten heeft (Hebreeën 11:10). Onze wandel is in de hemelen, zegt de apostel Paulus. Wij zoeken de dingen die boven zijn, waar Christus is. Andreas en zijn metgezel verlangden ommet Jezus te zijn. Zijn stem te horen, Zijnwoorden van liefde en geborgenheid. Samen met het Lam te zijn, in de schaapskooi van de Vader. Bediend te worden door de Geest. ‘Waar woont Gij?’ vroeg Andreas. Jezus’ adres is verborgen en vraagt om openbaring. Kent u Zijn adres? Heeft Hij het u Zelf gegeven? Vraag het maar: Heere, grote Plaatsbereider voor een onwaardig volk, waar woont U? Mag ook ik uit genade delen in Uw liefde en geborgenheid? Dan ben ik bij U thuis! Lezen: Psalm 84 Zingen: Psalm 84:1, 2

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==