De Heilige Oorlog

13 zou er meer voor pleiten dat hij met de edelen meegevochten heeft dan met de puriteinen. Rupert was zijn held, niet Cromwell. Eenmaal vooral was hij in groot gevaar. Bij het beleg van Leicester werd hij onder de troep die de aanval doen moest, gecommandeerd. Maar een ander krijgsman kreeg verlof in zijn plaats te gaan. In het begin van het gevecht werd zijn plaatsvervanger door een musketkogel getroffen en sneuvelde. Dit voorval trof Bunyan zeer; het scheen een waarschuwing van de Heere te zijn om zijn boze wegen te verlaten. En dit was de enige waarschuwing niet. Reeds menigmaal tevoren had hij gevaar gelopen van een plotselinge dood te sterven. Meer dan eens werd hij uit het water gered toen hij reeds meer dan half was verdronken. Deze redding bleef niet zonder uitwerking op zijn gemoedsleven. De goedheid en barmhartigheid Gods leidde hem tot bekering. Maar niet op eenmaal. Hij werd ongelukkig, dag en nacht. Vreselijke dromen en visioenen kwelden hem. Toch deed hij nog wel mee als uitspattende jongelieden onder de groene bomen van het dorp hun moedwil botvierden. Maar zijn geweten was open, hij gevoelde zich een verloren man. Opdat hij al deze gedachten uit zijn brein zou kunnen verbannen, dompelde hij zich opnieuw in de oude zonden. Hij kwam meer en meer in opstand tegen God, gevende er nu zijn werk geheel aan teneinde nog meer tijd te hebben om zich aan allerlei uitspattingen over te geven. Daardoor bleef hij dan ook dikwijls dagenlang zonder verdienste en had geen brood om te eten. Sommige vrienden hadden medelijden met hem, en raadden hem onder meer zich in het huwelijk te begeven. Met een goede vrouw aan zijn zijde zou het beter gaan, en moest hij de ondergang die hem dreigde, ontkomen. Hij nam hun raad ter harte en het was zijn geluk dat zijn oog viel op een jonge dochter, wier vader een godzalig man werd gerekend. Voorzichtige mensen zouden dit huwelijk roekeloos hebben genoemd. Zelfs velen van zijn vrienden hebben het dwaas en onbezonnen geacht, en dat kon niet anders, want om van het andere niet te spreken, zij bezaten geen stoel of tafel, geen enkel stuk huisraad. Wat moest daarvan komen? Het was een groot waagstuk; later moge het blijken toch goed geweest te zijn, maar voorzeker is het niemand aan te raden op zulke voorwaarden en in zulke omstandigheden een huwelijk aan te gaan. Toch was Bunyans vrouw niet geheel zonder uitzet de zijne geworden. Zij bracht twee boeken mee ten huwelijk. Het ene heette: De Praktijk der Godzaligheid, en het andere: De vlakke weg naar de hemel. Zo diep was hij echter gezonken, dat H ET LEVEN VAN J OHN B UNYAN

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==