Wendt u naar Mij toe

14 w e n d t u n a a r m i j t o e Het is aandoenlijk om te vernemen dat velen de Heere der heerlijkheid omringden en evenwel niet door Hem behouden werden. Er waren scharen mensen die op Hem aandrongen toen Hij predikte bij het meer van Galilea. Zij volgden Hem waar Hij ook was, in huis, op de berg, naar Jeruzalem. Overal bleven zij Hem volgen. Hij stond midden onder hen en riep: ‘Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke.’ Nooit heeft een mens zó gesproken. Zijn woorden waren voortreffelijke woorden. Ze werden ook met Goddelijke tederheid uitgesproken. Sindsdien heeft niemand ooit zulke woorden gesproken... en toch werd men er niet door behouden! Tijdens Zijn gehele prediking te Galilea schijnen slechts