Nadere Reformatie nu

10 genoemde Nederlandse vroomheidsbeweging. Met nadruk wil ik stellen dat het niet mijn bedoeling is geweest om een theologische verhandeling te bieden. Ik heb mij beperkt tot de historische gegevens omtrent het belijdenis doen. Dit onder- werp kent raakvlakken met gewichtige thema’s als de Doop, het Avondmaal, de ambten en het lidmaatschap. Uitsluitend wanneer de historische gegevens daarom vroegen is een dogmatische relatie historisch onderzocht. Zo is bijvoorbeeld ingegaan op de vraag of en in hoeverre nadere reformatoren een dooplidmaatschap hebben erkend. Er zijn vele afgeleide vragen te bedenken. Enige voorbeelden zijn de volgende. Mogen niet-belijdende ouders hun kinderen laten dopen? Mogen belijdende leden die niet ten Avondmaal gaan hun lidmaatschap wel behouden? Mogen belijdende leden die niet ten Avondmaal gaan wel tot een ambt geroepen worden en daarin bevestigd worden? Op zichzelf zijn dit interessante theologische vraagstukken, maar aangezien ze in het volgende historische exposé niet expliciet naar voren komen, laat ik die rusten. Dit geldt evenzo van zaken die in het overzicht over de gereformeerde gezindte naar voren komen, maar die niet in de tijd vóór 1800 aan de orde kwamen. Het zou veel te ver voeren om daarop inhoudelijk in te gaan. Bovendien zou de grens van de omvang die aan een deel uit de serie waartoe deze studie behoort, gesteld wordt, ruimschoots overschreden worden. In het voorlaatste gedeelte van deze studie worden de bijbelse gegevens over het afleggen van geloofsbelijdenis nagegaan. In het vervolg hiervan geef ik mijn eigen inzichten en praktijken ten beste. Dit boek wordt afgesloten met de toespraken die ik aan het einde van mijn rede op 10 april 2015 heb gehouden, zij het dat de tekst in lichte mate is uitgebreid. Het feit dat deze boekuitgave bijna vijf maanden na dato

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==