Nadere Reformatie nu

9 Woord vooraf Ook al wist ik heel lang niet waar mijn afscheidsrede over zou gaan, ik had wel de vage gedachte dat die wel eens, evenals mijn inaugurele rede, uit zou kunnen groeien tot een aparte publica- tie. Toen het onderwerp eenmaal vaststond en ik mij erin ging verdiepen, kwam ik al vrij snel tot de ontdekking dat de stof zich er goed voor leende om uit te breiden. Ommisverstanden te voorkomen, geef ik aan wat de lezer inhou- delijk in deze publicatie kan verwachten. Op dit Woord vooraf volgt het – hier en daar vermeerderde - eerste gedeelte van de toespraak zoals ik die op 10 april 2015 heb gehouden. Vervolgens treft men in het tussenstuk van deze studie het eigenlijke onder- zoek aan. Wat ik daarover op de genoemde datum te berde heb gebracht, was slechts een zeer beknopte samenvatting van de resultaten van dat onderzoek. Dit heeft voornamelijk betrekking op de periode tot 1800. In dat onderzoek wordt getracht een zo goed mogelijk beeld te schetsen van de visie en de praktijk van de nadere reformatoren en sommige Nederlandse gereformeerde piëtisten. 1 De rechterflank van de gereformeerde gezindte, waarmee ik de bevindelijke flank van die gezindte bedoel, beroept zich gedurig op de Nadere Reformatie. Om dat beroep ter zake van het belijdenis doen te verifiëren of te falsifiëren, worden in deze studie vervolgens aan de hand van de desbetreffende publicaties de opvattingen en praktijken van de rechterflank van de gere- formeerde gezindte weergegeven en vergeleken met die van de 1. Zie voor de inhoudelijke vulling van de termen ‘Nadere Reformatie’ en ‘Gereformeerd Piëtisme’: Graafland e.a.; Op ’t Hof [2005]. Overigens zal in het vervolg van deze studie kortheidshalve alleen over ‘Piëtisme’ en piëtist(en)’ gesproken worden waar ‘Gereformeerd Piëtisme’ en ‘gereformeerde piëtist(en)’ is bedoeld.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==