De wijde en de enge poort

14 betreden weg waarlangs de grote massa van de wereld gaat, de weg naar het verderf, de ondergang is; ook dat de weg ten leven heel smal is, moeilijk te vinden en moeilijk te begaan. Hij vermaant ons binnen te gaan door de enge poort, vanuit de noodzaak om het eeuwige leven te verkrijgen en aan de eeuwige ondergang te ontkomen - hoe dan ook, het moge kosten wat het wil. In de woorden hebben we twee dingen. Ten eerste een vermaning en een waarschuwing hoe wij onze gang moeten richten naar de wereld die komt, waarheen deze wereld en dit leven slechts de weg vormen: Gaat in door de enge poort. Hier worden we opmerkzaam gemaakt op de veilige weg erheen: de enge poort. Een poort is strikt genomen de toegang tot een stad (Hand. 12:10), of tot een binnenplaats (Hand. 3:10); maar ik vind nergens dat dit woord wordt gebruikt voor de deur van een huis. Het is dus duidelijk dat het hier om een beeld gaat. Sommigen denken dat dit beeld dubbel is, namelijk dat hier een vergelijking met de hemel wordt gemaakt waarheen de enge poort leidt, en ook een vergelijking met een stad waarheen een smalle weg leidt. Als hier echter de hemel wordt vergeleken met een stad, is dat ook zo met de hel. Er is immers een wijde poort, en een brede weg die naar de ondergang leidt, en ook een enge poort, en een smalle weg die tot het leven leidt. Maar ik denk dat het niet de wijze van de Schrift is om over de hel te spreken in de zin van een stad. Ik ben dan ook van mening dat het één beeld is: de hemel wordt hier vergeleken met een huis, zoals het ook staat in Lukas 13 vers 25: ...nadat de Heere des huizes zal opgestaan zijn en de deur zal gesloten hebben... Zo is het ook met de hel. Die wordt voorgesteldmet het beeld van een gevangenis, een kuil, een kerker, enzovoort. Maar voor dat huis is een voorhof met een poort waar degenen die het huis willen binnengaan, doorheen moeten.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==