Ziekten en genezing in de Bijbel

9 - 1 - Oorsprong van ziekten S t r a f Er is niets geheels in mijn vlees vanwege Uw gramschap, er is geen vrede in mijn beenderen vanwege mijn zonde (Psalm 38:4). ‘God bestaat niet. Er is zoveel lijden. Dat zou God nooit kunnen toe- laten.’ Hoe vaak is deze opmerking al niet gemaakt! Maar wat is het toch jammer dat zoveel mensen de eerste twee hoofdstukken van de Bijbel vergeten. Want het staat er zo duidelijk: ‘En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed.’ Pas nadat de mens zelf gekozen had om te zondigen, kwamen moeite, ziekte en dood in de wereld. De oorsprong van het lijden ligt in het paradijs. Laten we dit nooit vergeten. Op de bodem van alle smart ligt onze afval van God. De vraag hoe zonde en ziekte met elkaar in verband staan, is al een oud theologisch thema. Dit kan in het persoonlijke leven best moeilijke vragen geven. Ben ik ziek geworden door een bepaalde zonde? Moet ik concluderen: ik heb het grondig verknoeid in mijn leven, veel erger dan anderen? Komt mijn ziekte van God of van de duivel? Is ziekte straf of kastijding? Ziekte en zonde De Heere verbindt Zijn zegen aan het houden van Zijn inzettingen. Dat is iets heel groots (Ex. 15:26, Deut. 7:12-15). Daartegenover dreigt God met ziekte als Zijn geboden overtreden worden. Daar mogen we wel meer voor vrezen. Eva hoorde al dat zij met smart kinderen ter wereld zou brengen na het eten van de verboden vrucht. Mirjam werd melaats na het kwaadspreken over haar broer Mozes. Op verschillende plaatsen