Olie in haar lamp

11 e e n Monica (331-387) E e n b i d d e n d e m o e d e r ‘Wat mij betreft, mijn zoon, er is in dit leven niets meer, wat mij vreugde geeft. Wat ik nog doen zal en waarom ik hier nog ben, weet ik niet, de hoop op deze wereld heb ik verloren. Er was één ding, waarom ik begeerde nog een tijdje in leven te blijven, dat was jou als christen te zien en als lid van de algemene kerk, voordat ik zou sterven. God heeft mij dit toegestaan en meer, omdat ik nu ook zie, dat je Hem wilt dienen en het aardse geluk geringschatten. Wat doe ik hier nog?’ Afkomst en jeugd Deze woorden komen vanMonica, de moeder van de kerkvader Augustinus aan het einde van haar leven. Zij werd in het jaar 331 of 332 geboren in het dorpje Thagaste in Algerije in een welgestelde familie. De naamMonica kan afkomstig zijn van het Latijnse werkwoord monere, dat herinneren of vermanen betekent. Monica werd opgevoed door eenoude dienstmaagd, die al jarenlang als een liefhebbende vriendin met het gezin meeleefde en zelfs Monica’s vader al op de armen had gedragen. Monica vond het heel normaal dat ze een strenge en sobe- re opvoeding kreeg. Als jong meisje mocht zij helpen wijnvaten te vullen. Ze kon het niet laten een klein slokje van de wijn te proeven, tot ze op een dag betrapt werd en door een ander meisje voor dronkenlap werd uitge- scholden. Toen was het meteen over! Monica en Augustinus aan het venster

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==