Olie in haar lamp

14 ten terug te keren naar Thagaste om rustig met elkaar te leven, wilde men eerst in de kustplaats Ostia de winter doorbrengen voordat de grote reis ondernomen zou worden. In deze plaats hadden moeder en zoon een innig gesprek over geestelijke zaken, staande voor een venster met uitzicht op de binnenplaats. De onderlinge band was zeer sterk. Zij mochten in hetzelfde geloof en dezelfde liefde tot God delen enmediteerden daar samen over,‘...vergetende hetgeen dat achter is, en strekkende mij tot hetgeen voor is...’ (Filipp. 3:14). Tijdens dit gesprek waren moeder en zoon als het ware boven al het aardse verheven. Voor moeder Monica was er niets meer te wensen. Haar taak was volbracht. Kort daarop werd zij ernstig ziek. Was het gesprek zo vol geestelijke vervoering te veel voor haar geweest? GraagwildeAugustinus nog met haar op reis gaan, zodat ze in haar geboortestreek kon sterven en bij haar man begraven kon wor- den, zoals Monica altijd had gewenst. Maar Monica mocht zich rustig aan de Heere overgeven. Ze had de beke- ring en de doop van haar zoon mee mogenmaken, nu had zij geenwensen meer. InOstia, ver van haar vaderland, mocht zij de pelgrimsstaf neerleggen en stierf zij op 56-jarige leeftijd in het jaar 387. In deze plaats werd Monica ook begraven. In het jaar 408werd een Neem mijn belijdenissen en mijn dankbetuigingen aan, mijn God, voor ontelbare dingen, al ga ik die in stilte voorbij. Maar ik wil niet overslaan wat in mijn ziel opkwam naar aanleiding van Uw dienstmaagd, die mij ter wereld heeft gebracht, zodat ik naar het vlees het tijdelijke licht zou aanschouwen en naar het hart in Uw eeuwig licht zou worden wedergeboren. Ik wil niet over haar spreken, maar over Uw gaven in haar. Want zij heeft niet zichzelf gemaakt of opgevoed. Gij hebt haar geschapen. Haar vader noch haar moeder wisten, wat uit hen zou voortkomen. De roede van Uw Christus heeft haar in vrees voor U opgeleid, de heerschappij van Uw enige Zoon in een huis van gelovigen, goede leden van Uw kerk. Zij was ook de dienares van Uw dienaren. Ieder die haar kende, prees en eerde en beminde U zeer in haar, want men voelde, dat U in haar hart aanwezig was, getuige de vruchten van haar heilige levenswijze. Zij was de vrouw van een man geweest, ze had haar ouders goed met goed vergolden, ze had haar huisgezin vroom geleid, ze had een getuigenis van goede werken. Ze had haar kinderen grootgebracht en hen opnieuw ter wereld gebracht, wanneer ze zag dat ze van U afdwaalden. uit belijdenissen, hoofdstuk 9 e e n - m o n i c a ( 3 3 1 - 3 8 7 )

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==