De Bron van zaligheid

13 T EN GELE IDE De Bron van zaligheid. De titel van deze bundel preken en Bijbellezingen is ontleend aan het opschrift van McCheyne’s preek over Jesaja 12 vers 1 tot 3, en dan vooral aan de woorden: En gijlieden zult water scheppen met vreugde uit de fonteinen des heils, of, naar de Engelse vertaling: uit de bronnen der zaligheid. Uit het Woord vooraf bij de uitgave van 1849 blijkt dat de inhoud van het boek wordt gevormd door Additional Remains , een nalezing uit het werk van McCheyne, van het begin tot het einde van zijn bediening. De preken waren geschreven ter voorbereiding op de verkondiging in de eredienst, als vrij uitvoerige schetsen, soms enigszins in telegramstijl, die niet voor publicatie waren bedoeld. Na het overlijden van McCheyne hebben vele vrienden en bekenden de wens geuit dat de preken van de geliefde prediker, die voor velen een geestelijke vader was, uitgegeven zouden worden. De vertaling die hier geboden wordt, gaat terug op de uitgave uit 1849. Die was, zoals op de titelpagina van het origineel vermeld staat, ‘een nieuwe en zorgvuldig herziene uitgave’.Het gaat hier omeen geheel nieuwe vertaling en is geen bewerking van de hier reeds lang bekende vertaling van E. Gerdes uit 1862. RobertMurrayMcCheyne werd op 21mei 1813 in Edinburgh geboren.Hij was zeer begaafd en ging al op veertienjarige leeftijd naar de universiteit in zijn vaderstad. Vier jaar lang studeerde hij taal- en letterkunde, en rondde zijn opleiding in 1831 af. 1831 was voor hem een beslissend jaar. Het sterven van zijn oudste broer David maakte diepe indruk op hem. Hij vond de vrede met God doordat hij - naar eigen zeggen - door diepe en blijvende overtuigingen tot Christus werd gebracht. In hetzelfde jaar begon hij aan de studie theologie onder Thomas Chalmers, een emi- nent geleerde. In juli 1835 kreeg hij preekconsent, en op 1 november van hetzelfde jaar werd hij benoemd tot assistent van John Bonar vanDunipace en Larbert. In 1836 ontving hij een beroep naar St Peter’s Church in Dundee, waar hij op 24 november in het ambt van predikant werd bevestigd. Deze gemeente heeft hij tot zijn vroegtijdig overlijden op 25 maart 1843 gediend,

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==