De Bron van zaligheid

19 het in Ezechiël staat: En Ik zal u een nieuwhart geven, en zal een nieuwe geest geven in het binnenste van u; en Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen, en zal u een vlezen hart geven. En Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u; en Ik zal maken dat gij in Mijn inzettingen zult wandelen, en Mijn rechten zult bewaren en doen (Ezech. 36:26, 27). Ach broeders, als dan hier nu één arme zondaar is die door de afschuwelijke dwaalleer van de wereld is misleid, alsof het onderhouden van de geboden door de gelovigen een zwaar dienen was dat met tegenzin wordt gedaan, dan moet die man vandaag zijn ogen eens opendoen voor de ware aard van de evangelische heiligheid. God biedt niet aan om iets in u te werken wat u moet doen , zonder eerst in u te werken dat u zult willen . Hij biedt niet aan u bij uw beminde dingen vandaan te halen, maar Hij biedt aan u een nieuwe smaak te geven in hogere dingen. Het is net als met een jongen die het niet moeilijk vindt om het speelgoed en de prullen weg te doen die in zijn kinderjaren zijn beste vriendjes waren. Zo voelt een gelovige het niet als iets moeilijks aan om de ellendige stukken speelgoed weg te gooien die zijn ziel zo lang hebben vermaakt en bedrogen. Want zie, de Geest van God heeft voor zijn verwonderde, bekoorde blik een nieuwe wereld geopend. Zie dan, gij slechten, die uw slechtigheid bemint, wat een beweegreden hier is om u ertoe te brengen dat u zich onmiddellijk zult bekeren, om Jezus onmiddellijk aan te nemen. Als u slechts Christus wilt aannemen, zie, dan biedt Hij aan op deze dag het werk te beginnen om u te herscheppen. Dat is niet door u tegen te werken, u tegen te houden of u te binden aan diensten waarvan u een afkeer hebt, maar om u de smaak en het behagen te geven in dingen waarin de engelen - die heilige en gelukzalige wezens - behagen hebben. Keert u tot Mijn bestraffing. De tweede beweegreden. De oproep van de Zaligmaker om nú om te keren, moeten wij gehoorzamen omdat de bekering met de dag moeilijker wordt . Er is geen wet van onze natuur die met een kracht werkt die zekerder en stiller is dan de wet van de gewoonte. Wat we eerst buitengewoon moeilijk vinden om tot stand te brengen, wordt bij elke poging gemakkelijker, totdat die gewoonte als het ware tot een tweede natuur wordt. Zo is het als we leren lezen: wat gaan we daarin langzaamen geleidelijk vooruit! Dat duurt totdat de stamelende tong, getraind door een telkens herhaalde oefening, een tong wordt die vlot en sierlijk spreekt. Ja, die kunst wordt zó gemakkelijk, dat we uiteindelijk vergeten acht te slaan op de letters waardoor de woorden worden gevormd die we lezen. Net zo is het als het zondigen steeds meer een gewoonte wordt. Hoe verdorven het natuurlijke hart ook is, de argeloze geest van de jeugd vindt het soms pijnlijk en weerzinwekkend als de mode of zijn kameraden hem leren de eerste vloek uit te spreken. De lichtzinnige grap en de spottende opmerking over de godsdienst zullen in het algemeen het gezicht van

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==