De Bron van zaligheid

16 beloften voor de ‘verborgenen’ vanChristus, voor Zijn bijzondere volk,Zijn lichaam, Zijn bruid. Er zijn veel dringende oproepen en heel lokkende bemoedigingen voor degenen in wie God het goede werk is begonnen door hen van zonde te overtuigen. Maar de woorden die we voor ons hebben, zijn evenmin voor dezen bestemd. Ze zijn gericht tot degenen die dood zijn door de misdaden en de zonden, tot degenen die zó verloren zijn, dat ze niet weten verloren te zijn, tot degenen die gelukkig en behaaglijk zijn in hun zonden, tot degenen die er niet aan twijfelen dat hun wereld- lijke aanzien en hun wereldlijk fatsoen voldoen om rechtvaardig te zijn voor God. Het zijn mensen die niet eens geraakt worden door de vraag of ze behouden zijn of niet. Het zijn de slechten, die hun slechtigheid beminnen, de spotters, die in hun gespot behagen scheppen, en de zotten, die de wetenschap haten. Is er iemand onder u die heimelijk vermoedt dat híj nu juist een van de personen is die we hebben beschreven? Ik zou die mens dringend willen vragen om te beseffen dat de Zaligmaker Zich vandaag tot hém richt, niet met woorden van toorn, maar van grote tederheid en vriendelijkheid.Het is naar u, dat Jezus Zijn handen smekend uitstrekt. Het is tot ú, dat Jezus deze vriendelijke woorden spreekt. O, wat bent u blind voor de innerlijke bewegingen en ontfermingen van de Zaligmaker! O, wat doet uHemelke dag een oneer aan door uwharde en godslasterlijke gedachten over Hem! U denkt dat Hij, omdat u er behagen in hebt bij Hem vandaan te gaan, voor u niets anders heeft dan een boodschap van toorn en van het toekomende oordeel. Maar o, wat is het veel verstandiger om Zijn gedachten ten aanzien van u uit Zijn eigen woorden op te maken: Keert u tot Mijn bestraffing. Zie, Ik zal geen ‘oordeel’ uitgieten, maar Mijn Geest over u uitstorten; Ik zal Mijn woorden u bekendmaken. Mijn tweede uitleg is dat de roep van Christus een onmiddellijke bekering beoogt. Hij zegt niet: Waaromwilt u uw slechtigheid beminnen?, maar: Hoe lang zult u uw slechtigheid beminnen? Nog eens: Hij zegt niet: Keer te eniger tijd terug , en dan zal Ik Mijn Geest over u uitstorten, maar: Keert u tot Mijn bestraffing. Dat wil zeggen: Keer u vandaag om, nu Ik u bestraf. Keer u onmiddellijk naar God toe, pas onmid- dellijk het bloed van Christus toe, neem onmiddellijk de gerechtigheid van God aan. Het is een beweging op deze dag, een bekering op deze dag. Niets en niets dan dit is de leer van de tekst. Laat niemand van u zeggen: Ik zal dit genadige aanbod in overweging nemen; ik zal me binnenkort heel zorgvuldig met deze vraag bezighouden en in de toekomst een dag reserveren juistmet de bedoeling een beslissing te nemen.Díémens onder u spot in feite met de woorden van de Zaligmaker. Dat zou hij ook doen wanneer hij zou zeggen dat hij met deze dingen niets te maken wilde hebben. Christus vraagt van u geen besluiten voor de toekomst waaraan Hij de belofte van de Geest verbindt. Het is een ‘zich keren’ op de dag van vandaag, bekering vandáág, terwijl Hij u bestraft.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==