Een belijdend leven

- 14 - geleden, lagen ooit even gunstig voor de haven als u nu. Om aan de verzoeking alle grond te ontnemen, zegt de apostel hun dat ondanks dit alles het fundament van de volharding van de ware gelovigen vaststaat, zoals vers 19 het zegt: Evenwel het vaste fundament Gods staat, heb- bende dit zegel: De Heere kent degenen die Zijne zijn. Het is alsof hij wilde zeggen: De duivel heeft slechts diegenen verkregen die van hem zijn; hij heeft niemand verkregen van degenen die van Christus zijn. Zeker, die mensen waren onder de schapen van Christus; maar toch waren ze niets anders dan de bokken van de duivel, die hij altijd in de vaste greep had van de ene of de andere ongerechtigheid, de ene begeerte of de andere. Nu heeft hij hen door deze band van de ongerechtigheid bij de schapen van Christus weggehaald. 1 Johannes 2 vers 19: Zij zijn van ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zo zouden zij met ons gebleven zijn; maar dit is geschied, opdat zij zouden openbaar worden, dat zij niet allen uit ons zijn. Het fun- dament echter waarop iedere ware gelovige is gebouwd, is vast en kan nooit tenietgedaan worden. Het is het besluit van de verkiezing. Het is een funda- ment dat God Zelf heeft gelegd. Het is een verzegeld fun- dament, dat Gods eigen zegel draagt. Daarom biedt het de grootst mogelijke zekerheid. Een zegel is er om een besluit te bevestigen en een voornemen te bekrachtigen. Het besluit van de verkiezing sluit de volharding van de gelovigen in, als het middel tot een doel. Daartoe is het verzegeld, en wel met een tweevoudig zegel: De Heere kent degenen die Zijne zijn, en: Een iegelijk die de Naam van Christus noemt, sta af van ongerechtigheid.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==